Lowan omgeving dag 1 tm 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

wat is dit?

wat is dit?

wat doet zij?

de of het?

1. de boekhandel
2. het boekhandel

de of het?

1. de station
2. het station

de slagerij

het café

het vlees

drinken

de moskee

bidden

de supermarkt

boodschappen

de of het?

1. het hotel
2. de hotel

de of het?

1. het ziekenhuis
2. de ziekenhuis

wat is goed?

1. in de bioscoop doe ik boodschappen
2. in de bioscoop kijk ik een film

wat is goed?

1. in de snackbar eet ik fruit
2. in de snackbar eet ik patat

Wat is goed?

1. In het ziekenhuis ga je zwemmen.
2. In het ziekenhuis zijn dokters..

Wat is dit?

Wat doen zij?
Zij.........

Wat doet hij?
Hij.........

Wat is goed?

1. Je belt 112 als er brand is.
2. Je belt 112 als er een ongeluk is gebeurd.

Wat is het tegengestelde van mooi?

1. leuk
2. lelijk

Welk werkwoord hoort bij het plaatje?

..... de boodschappen ga ik eten koken.

1. Over
2. Tegen
3. Bij
4. Na

De vrachtwagen rijdt ............ het verkeersbord.

1. bij
2. tegen
3. over
4. na

Ik betaal ......de kassa.

1. na
2. tegen
3. over
4. bij

Ik zet de fiets ............
de lantaarnpaal.

1. tegen
2. bij
3. over
4. na

De scooter rijdt .......
het fietspad.

1. tegen
2. na
3. over
4. bij

De trein vertrekt ........ 5 minuten.

1. tegen
2. over
3. na
4. bij

Wat is goed?

1. In een portemonnee zit een trein
2. In een portemonnee zit geld

Wat is goed?

1. Een bus rijdt over een rotonde
2. Een bus rijdt op de stoep

wat is dit?

wat is dit?