les 12 - 6 mei 2025

Aujourd'hui c'est mardi 6 mai

1 / 48

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aujourd'hui c'est mardi 6 mai

Slide 1 - Slide

Présence

tout le monde est présent?

Slide 2 - Slide

Au programme:

- révision

- parler

- les devoirs

Slide 3 - Slide

Chapitre 3

Départ immédiat

Slide 4 - Slide

Objectifs H3

aan het einde van H3,

Dit hoofdstuk gaat over reizen.

Je leert:

- woorden binnen het thema reizen

- jezelf redden op reis

Slide 5 - Slide

les buts

- Je kan de passé composé met avoir en être gebruiken

- Je kunt vertellen over je vakantie verblijf

Slide 6 - Slide

Révision

le passé composé met avoir et être

Slide 7 - Slide

Regelmatige ww

in de passé composé

Slide 8 - Slide

Hoe maak je de passé composé bij werkwoorden op -er ook alweer? Gebruik hiervoor: regarder

Slide 9 - Open question

Mettez au passé composé
parler-> nous ... ...
(noteer inclusief "nous")

Slide 10 - Open question

Mettez au passé composé
commencer -> vous .........
(noteer inclusief "vous")

Slide 11 - Open question

Hoe maak je de passé composé van het werkwoord op -ir?
Gebruik hiervoor: choisir

Slide 12 - Open question

Mettez au passé composé
finir -> ils ..........
(noteer ook "ils")

Slide 13 - Open question

Mettez au passé composé
réussir -> on ...................
(noteer ook "on")

Slide 14 - Open question

Hoe maak je de passé composé van het werkwoord op -re?
Gebruik hiervoor: vendre

Slide 15 - Open question

Mettez au passé composé
attendre -> J' .........
(noteer inclusief "j'")

Slide 16 - Open question

Mettez au passé composé
vendre -> ils ..............
(noteer inclusief "ils")

Slide 17 - Open question

Onregelmatige ww

in de passé composé

Slide 18 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van "avoir"

Slide 19 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "faire"

Slide 20 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "être"

Slide 21 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "prendre"

Slide 22 - Open question

Passé composé met être als hulpww
rentrer -> elles .........
(noteer ook "elles")

Slide 23 - Open question

Passé composé met être als hulpww:
partir -> elle .........
(noteer ook "elle")

Slide 24 - Open question

Passé composé met être als hulpwerkwoord:
monter -> Madame, vous .........
(noteer ook "vous")

Slide 25 - Open question

Passé composé met être als hulpwerkwoord:
descendre -> elle .........
(noteer ook "elle")

Slide 26 - Open question

Passé composé met être als hulpwerkwoord:
tomber -> ils ...............
(noteer ook "ils")

Slide 27 - Open question

Mettez au passé composé
tomber -> Géraldine, tu ......
(noteer ook "tu")

Slide 28 - Open question

Mettez au passé composé
descendre -> Ils ..........
(noteer ook "ils")

Slide 29 - Open question

Mettez au passé composé
avoir -> tu ..........
(noteer ook "tu")

Slide 30 - Open question

Mettez au passé composé
être -> elle ..........
(noteer ook "elle")

Slide 31 - Open question

Mettez au passé composé
faire -> elles ..........
(noteer ook "elles")

Slide 32 - Open question

Mettez au passé composé
choisir -> ils ..........
(noteer ook "ils")

Slide 33 - Open question

Mettez au passé composé
prendre -> on ..........
(noteer ook "on")

Slide 34 - Open question

Quels avis sont positifs et quels avis sont negatifs?

Slide 35 - Slide

timer

3:00

Slide 36 - Slide

exercice 27

Slide 37 - Slide

au travail-
les devoirs

Départ immédiat

réviser: A, B, C, E, F, G, le futur et le passé composé

faire: 28

mardi 13 mai : SO chapitre 3 ABCD

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Je kan de passé composé met avoir en être gebruiken

Slide 45 - Poll

Je kunt vertellen over je vakantie verblijf

Slide 46 - Poll