Schrijfdossier les 1.2.1

Nederlands

Schrijfdossier leerjaar 1

Les 2.1

1 / 16

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands

Schrijfdossier leerjaar 1

Les 2.1

Slide 1 - Slide

Vandaag in deze les:

Lesafspraken

Terugblik

Lesdoel

Huiswerk bespreken

Instructie

Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesafspraken:

Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
Bij samenwerken werk je zachtjes
Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
Tassen op de grond, petten/mutsen/jassen/telefoon in kluisje
Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 3 - Slide

Terugblik

Gestart met schrijfdossier
Hoofdstuk 1: Zakelijk e-mail
Zakelijke/persoonlijke e-mail
Formeel/informeel taalgebruik
Handelingsopdracht in Word

Slide 4 - Slide

Schrijven:

Lesdoel: In deze paragraaf leer je;

hoe je een formulier invult.
hoe je je woordgebruik aanpast aan je publiek.

Slide 5 - Slide

Huiswerk bespreken

Heb je opdracht 3 t/m 6 afgemaakt?
Hoe ver ben je met het mailtje voor de huiswerkdokter?
Heb je het beoordelingsformulier gebruikt om na te kijken en het bestand aangepast?

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken:

Zorg ervoor dat het huiswerk in orde is.
Lukt het niet op de laptop, zorg er dan voor dat het in je lesboek staat.

Slide 7 - Slide

Instructie

Ga op je laptop naar 2.4 (hoofdstuk 2, paragraaf 4) en maak opdracht 2 en 3.
Neem daarna de volgende aantekening over in je schrift.

Slide 8 - Slide

Aantekening:

Online formulier invullen (128)

Kijk naar de indeling en volgorde van de invulvelden.
Zijn er instructies voor het invullen van het formulier? Staan vaak onderaan het formulier.
Meer informatie geven: Zet dit bij invulveld 'opmerkingen'.
Minimale informatie geven: vul alleen verplichte velden in. (online staat hier vaak een sterretje bij).

Slide 9 - Slide

Aantekening

Woordgebruik aanpassen aan publiek

Ken je het publiek persoonlijk? Ja - gebruik informele taal / Nee - gebruik formele taal.
Weet je publiek al veel over het onderwerp? Ja - geeft weinig uitleg / Nee - geef veel uitleg.
Bestaat je publiek vooral uit kinderen? Ja - gebruik korte zinnen en eenvoudige taal / Nee - mag moeilijker en langer.

Slide 10 - Slide

Aan de slag:

Maken op de laptop:
opdracht 7

Deze opdrachten zijn het huiswerk voor de volgende les.

Slide 11 - Slide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide