(les 3) Online Les 'sociale kwestie en concurentie uit V.S. en Duitsland'

Sociale kwestie en concurentie
Havo 4
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Sociale kwestie en concurentie
Havo 4

Slide 1 - Slide

Vandaag:
1. Refromings Bill

 2. Sociale kwestie in Engeland

3. Concurentie 

Slide 2 - Slide

Reforming Bill (hervormingswet)
- Nieuwe indeling districten zodat bevolkingsgroei mee ging tellen. 

- Kiesen mocht wel alleen las je een bepaalde hoeveelheid geld of bezittingen had. 

- Ondernemers die in het parlement zaten kregen nu meer macht 

Slide 3 - Slide

Ondernemers in het parlement
- politieke stroming: Liberalen

- Regering moet zich zo min mogelijk bemoeien. (Hoe minder regels hoe beter)

- Liberalen willen een nachtwakersstaat: regering moet enkel de orde bewaken.


Slide 4 - Slide

Liberalen in het parlement
- Door de liberalen in het parlement zijn er geen regels ter bescherming van de arbeiders of leefomstandigheden.

- Arbeiders hebben het dan ook erg zwaar tijdens de IR

- Sociale kwestie = hoe lossen we dit op ? 

Slide 5 - Slide

Socialisme
- Mensen die opkomen voor de arbeiders:

1. Socialisten (politieke stroom die arbeiders verdedigd)
2. Vakbonden
3. Liberalen die het niet vinden kunnen


Verzorgingsstaat i.p.v nachtwakersstaat

Slide 6 - Slide

Factory act 1833
1. Kinderen die jonger dan 9 mogen niet werken in de fabrieken
2. Tussen de 9 en de 13 slechts 10 uur per dag
3. Kinderen moeten minimaal 2 uur per dag onderwijs krijgen
4. bescherming ouderen en vrouwen





- Sommigen arbeiders vonden dit maar niets want die hadden het inkomen van de kinderen hard nodig om rond te komen. 

Slide 7 - Slide

Welk begrip past niet bij de Liberalen
A
Nachtwakersstaat
B
Censuskiesrecht
C
verzorgingsstaat
D
ondernemers

Slide 8 - Quiz

Welk begrip past niet bij de socialisten?
A
Communisten
B
Sociale kwestie
C
Werknemers
D
nachtwakersstaat

Slide 9 - Quiz

Concurentie
-  Door de IR was Engeland rijker en verder ontwikkeld dan de andere landen.

- Rijke gegoede burgers investeerde in de kolonies. 

- London werd het economische centrum van de wereld. 

Slide 10 - Slide

Concurentie
- (1776) Amerika komt op. (economische grootmacht)

- (1871) Duitsland wordt een land. (industriële grootmacht)

- Landen in Europa gaan steeds meer kolonies opeisen omdat:

1. Deze gebruikt konden worden als afzetgebied en grondstofleverancier
(economisch)

2. Voor aanzien in vergelijking met andere Europese landen. (nationalistisch) 

Slide 11 - Slide

Modern Imperialisme:

- Landen gaan ook de binnenlanden kolonaliseren om grondstoffen te winnen en als afzetgebied te gebruiken. 

- Naast rijkdom wordt dit vooral ook gedaan om meer aanzien te krijgen. 

- Engeland ziet zich ingehaald worden door de V.S. en Duitsland maar slaat terug. Door nog meer gebieden te veroveren. 

Slide 12 - Slide

Wat was geen reden voor het modern imperialisme ?
A
Afzetmarkt creëren
B
De wereld verkennen
C
Aanzien krijgen/uitbereiden
D
Grondstoffen winnen

Slide 13 - Quiz

Morgen is er een facultatieve les. Voor vragen over het PW.

A
11:30
B
12:00

Slide 14 - Quiz

Dat was het voor vandaag

Vragen? Blijf dan nog even hangen

Geen vragen? Fijne dag nog !

Slide 15 - Slide