4 B/K Tk 1 t/m 4

Waar let je op wanneer je bij een meisje de billetjes schoonmaakt?
A
Vegen van achter naar voor
B
Vegen van voor naar achter
C
Dat je veel billendoekjes gebruikt
D
Dat je maximaal één lotiondoekje gebruikt
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waar let je op wanneer je bij een meisje de billetjes schoonmaakt?
A
Vegen van achter naar voor
B
Vegen van voor naar achter
C
Dat je veel billendoekjes gebruikt
D
Dat je maximaal één lotiondoekje gebruikt

Slide 1 - Quiz

Wat hoort er bij de grove motoriek en wat hoort er bij de fijne motoriek?
Grove motoriek
Fijne motoriek
Vastpakken van een stukje speelgoed
Rozijntjes uit een doosje pakken
Praten
Lopen
Staan in de box
Kruipen 
Koprol maken
Huppelen

Slide 2 - Drag question

6) Zet de handelingen in de volgorde van 1 naar 6.
1
2
3
4
5
6
Kleed de baby aan.
Was het gezichtje en de rest van het lichaam van boven naar onder.
Verwijder ontlasing van de billetjes
Schep met je andere hand water over de baby.
Leg de baby in bad en houd hem met één hand vast.
Leg alle spullen klaar.

Slide 3 - Drag question

Wat is zindelijkheid?
A
baby's en peuters willen alles in hun omgeving ontdekken
B
baby's en peuters dragen nog een luier
C
kinderen kunnen zelf bepalen wanneer ze naar de wc moeten
D
kinderen luister goed naar hun pubers en doen wat ze vragen?

Slide 4 - Quiz

Grove motoriek 
Fijne motoriek 

Slide 5 - Drag question

Welk punt is 1 van de 5 regels van EHBO
A
koel het slachtoffer
B
verwijder kleding en sieraden
C
stel het slachtoffer gerust
D
blijf tegen het slachtoffer praten

Slide 6 - Quiz

Hieronder staan de drie reinigingsniveaus.
Koppel de omschrijving in de rechterkolom aan het reinigingsniveau in de linkerkolom door ze te slepen.
ruwschoon
huishoudelijk schoon
smetschoon
De ruimte is optisch schoon.
Er zijn geen micro-organismen of bacteriën meer aanwezig
Het grove vuil in de ruimte is verwijderd

Slide 7 - Drag question

stoffen kun je doen met een iets vochtige doek.

Wat is een andere term voor ' iets vochtig' schoonmaken?
A
klamvochtig schoonmaken
B
nat schoonmaken
C
ruw schoonmaken
D
optisch schoonmaken

Slide 8 - Quiz

Wanneer is het verstandig om te beginnen met tandenpoetsen?
A
als het eerste tandje doorkomt
B
het kind 1 jaar is
C
het kind 4 jaar is

Slide 9 - Quiz

Hoe kan je was sorteren?
A
op kleur
B
per kledingstuk, bijv. sok bij sok, broek bij broek.......
C
niet, alle kleuren kunnen bij elkaar
D
groot bij groot en klein bij klein

Slide 10 - Quiz

Sleep de kinderziektes naar de bijbehorende inenting
DKTP
BMR
Difterie
Kinkhoest
Rode hond
Tetanus
Polio
Bof
Mazelen

Slide 11 - Drag question


Welke leeftijd heeft een baby?
A
Tussen 0 – 12 maanden
B
Tussen 0 – 24 maanden
C
Tussen 12 – 18 maanden
D
Tussen 18 – 24 maanden

Slide 12 - Quiz

Wat is de goede volgorde van leeftijd?
A
Kleuter, tiener, gezin, schoolkind, volwassene
B
Peuter, kleuter, schoolkind, tiener, volwassene, oudere
C
Kleuter, tiener, schoolkind, volwassene, oudere
D
Kleuter, peuter, tiener, volwassene, senior

Slide 13 - Quiz

Welke leeftijdscategorie gaat naar een BSO?
A
0-4
B
4-12
C
0-6
D
12-18

Slide 14 - Quiz

Deze symbolen geven aan ....
A
welke chemische reiniging
B
hoe lang het in de droogtrommel mag
C
hoe heet het in de droogtrommel mag
D
welke oplosmiddelen je mag gebruiken

Slide 15 - Quiz

Op het behandelingsetiket van een katoenen schort zie je dat je het schort op hoge temperatuur kunt strijken. Hoeveel stippen staan er in het etiket?
A
4 stippen
B
1 stip
C
2stippen
D
3 stippen

Slide 16 - Quiz