Digitale geletterdheid - Basiskennis Computers

Wat is een byte
A
Een hap uit de koek
B
een onderdeel van de computer
C
een getal van 8 bits
D
de snelheid van het internet
1 / 55
next
Slide 1: Quiz
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat is een byte
A
Een hap uit de koek
B
een onderdeel van de computer
C
een getal van 8 bits
D
de snelheid van het internet

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Digitale geletterdheid 
Basiskennis Computers

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat betekent BIOS
A
Beter Internet Op systeem
B
niks
C
BIOScoop
D
Basic Input/ Output System

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

welke computer was even groot als een kast?
A
Laptop
B
Mini computer
C
desktop
D
supercomputer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt vaak beschouwd als het "hart" van een computer?
A
De harde schijf
B
Het moederbord
C
De processor (CPU)
D
Het RAM-geheugen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel bits zijn er in een byte?
A
A) 4 bits
B
B) 8 bits
C
C) 16 bits
D
D) 32 bits

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van een CPU (Central Processing Unit) in een computer?
A
opslaan van alle gegevens
B
berekeningen uitvoeren en instructies en programmas draaien
C
zorgt voor de visuele weergave op het scherm

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor wordt een muis voornamelijk gebruikt bij een computer?
A
teksten typen
B
cursor verplaatsen op scherm
C
aan en uit zetten
D
snackkaasjes bewaren

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel MB heeft
deze PC?
timer
0:30

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel MB heeft
deze PC?
A
i5
B
2.8
C
18
D
65

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe snel is de processor?
timer
0:15

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe snel is de processor?
A
i5
B
2.8
C
18
D
65

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN P.C.?
A
Telefoon
B
TV
C
Desktop
D
Laptop

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is Binaire Code?
A
Alpha Bravo Charlie
B
122 56754
C
011010001
D
afko's max. gebr.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen AI en een gewone computer?
A
Er is geen verschil.
B
De AI kan zelf beslissingen maken en gewone computers niet.
C
Normale computers voeren code uit en AI niet.
D
De AI vereist exacte invoergegevens en normale computers niet.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

6. Sleep het bericht naar de juiste categorie.
Les 1: Train een computer
zo leert een mens
zo leert een machine
leert van weinig voorbeelden
heeft veel voorbeelden nodig
kan extreem veel informatie opslaan
kan weinig informatie opslaan
doet langer over het maken van voorspellingen
kan extreem snel voorspellingen maken

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Hoe hoger de snelheid van je processor, hoe sneller je computer
A
Waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Met de computer een filmpje maken met iemand anders zijn/haar gezicht noem je:
A
Snow dive
B
Deep dive
C
Deep fake
D
Max fake

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Met hardware, dat in het Nederlands apparatuur betekent, worden alle fysieke onderdelen die een rol spelen bij een computer. Hardware kan vervolgens weer opgedeeld worden in twee soorten: interne en externe hardware.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb een smartphone,
een tablet én
een computer.
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

2. Wat is de gemiddelde leeftijd dat een kind voor het eerst achter een computer zit?
A
2
B
4
C
5
D
8

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het werkgeheugen van de computer/telefoon?
A
ROM
B
SSD
C
HDD
D
RAM

Slide 22 - Quiz

Alle apps op je toestel gebruiken werkgeheugen. Bijvoorbeeld om Instagram op te starten, een spelletje te spelen of apps op de achtergrond te draaien. Met meer RAM geheugen gebruik je dus meerdere apps tegelijkertijd zonder dat je telefoon langzamer wordt.
Sleep de onderdelen naar het juiste vak!
Intern
Randapparatuur
muis
koptelefoon
voeding
processor
moederbord
videokaart
printer
webcam

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Schuif het plaatje naar het juiste antwoord
Hier zit WEL een computer in!
Hier zit GEEN computer in

Slide 24 - Drag question

Lesdoel: Leerlingen worden zich bewust van het feit dat computers overal om hen heel zijn, als kan je ze niet altijd zien.
Leerlingen weten wat de kenmerken van een computer zijn.
Vraag: Wat is een computer eigenlijk?
Korte discussie met de klas.
Een computer is de combinatie van een apparaat en een instructie (iets wat je zegt wat het apparaat moet doen), die samen een taak uit kunnen voeren. Het is dus niet alleen een computer zoals wij die kennen, een laptop van je moeder of het digibord op school, maar computers zitten in allerlei dingen. Kunnen jullie dingen bedenken waar een computer in zit?
Bespreek een aantal voorbeelden die de kinderen benoemen, en vul aan met eigen voorbeelden, zoals een Robot, een Nintendo Switch en een kassa bij de Albert Heijn. Benoem ook dat er hele grote supercomputers zijn, en hele kleine computers die in het lichaam wordt geplaatst van iemand, bijvoorbeeld om iemands hart wat niet meer goed werkt te helpen.
Wat zijn kenmerken van een computer?
Heeft stroom nodig (eigenlijk technically niet, er waren ook computers die op water liepen bijvoorbeeld, maar tegenwoordig wel). Stroom zorgt dat computers kunnen luisteren en praten. Dat doen ze namelijk met stroom. Zonder stroom werkt een computer dus niet.
Een computer bestaat uit hardware (een apparaatje, soms heel klein), en software (het programma wat de hardware zegt wat hij moet doen.)
Een computer heeft input nodig (iets wat hij van buiten krijgt) en moet output geven. Output kan iets zijn wat hij doet, maar ook een plaatje, of een tekst op een beeldscherm.
Een computer doet niet elke keer hetzelfde, hij heeft regels die zeggen wat hij moet doen in verschillende situaties. Een kassacomputer bij de Albert Heijn kan bijvoorbeeld kijken welk product je hebt gekocht, en daar de prijs van opzoeken, maar hij kan ook berekenen wat je moet betalen en als je dan betaald met een pinpas je betaling verwerken.
Een computer zit soms goed verstopt in een apparaat, terwijl het apparaat eigenlijk niet werkt zonder de computer. Ga één voor één de voorbeelden in de slide langs (geanimeerde slide) en bespreek (met bijvoorbeeld handen omhoog, handen omlaag of beter nog, staan en zitten): zit hier een computer in?
In sommige dingen zit geen computer, maar heeft wel versies waarin wel een computer zitten, zoals een lamp, en een kraan. Kunnen de leerlingen die bedenken?

welke computer was even groot als een kast?
A
Laptop
B
Mini computer
C
desktop
D
supercomputer

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is mallware?
A
Een soort computer
B
Een soort software die schade kan aanrichten aan je computer
C
Een soort virus dat alleen mensen treft
D
Een soort antivirusprogramma

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen hardware en software?
A
Hardware op en in, software aan
B
Hardware in, software op
C
Hardware aan en in, software op
D
Hardware aan en op, software in

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een drone?
A
Een muziekinstrument
B
Een soort speelgoedauto
C
Een soort computer
D
Een vliegend apparaat dat je op afstand kunt besturen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is programmeren?
A
een soort computerprogramma
B
studeren
C
in een fabriek werken
D
een soort robot

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor soort geheugen heeft een computer?
A
werkgeheugen
B
opslaggeheugen
C
werkgeheugen én opslaggeheugen
D
usb-stick

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een processor (CPU)?
A
Een stuk hardware dat basisbewerkingen en controles uitvoert
B
Een stuk hardware dat de grafische opties regelt.
C
Stekker die nodig is om randapparatuur aan te sluiten
D
Een stuk software dat je kan downloaden voor meer RAM

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een robot?
A
Een vliegtuig
B
Een machine die taken kan uitvoeren.
C
Een soort computer
D
Een slimme telefoon

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions


5. Waar staat 'Computational thinking' voor? 
A
Verschillende soorten computers
B
Het gebruik van de computer
C
D
Stapsgewijs programmeren

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de ´vertaalmachine´ waarmee je plaatjes kan omzetten in een binaire code?
A
Translate
B
Telefoon
C
Google
D
Interpreter

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van het moederbord?
A
Voor het verbinden van essentiële onderdelen
B
Opstarten van de computer
C
Afsluiten van de Computer
D
Ervoor zorgen dat je de beste fps krijgt tijdens games

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is Binaire Code?
A
Alpha Bravo Charlie
B
122 56754
C
011010001
D
afko's max. gebr.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor soort computer zie je hier?
A
Tablet
B
Laptop
C
Desktop
D
Telefoon

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verschilt een 32-bits processor van een 64-bits processor?
A
Het aantal bits dat ze tegelijkertijd kunnen verwerken.
B
Het aantal fysieke knoppen op de processor.
C
De snelheid van gegevensoverdracht.
D
Hun vermogen om koffie te zetten.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een moederbord?
A
Een onderdeel van de monitor.
B
Een draadloze muis.
C
Een soort geheugenkaart.
D
Het is de basis van je PC waar alles op aangesloten wordt.

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Op welke plek van de trap staan deze woorden?
Byte
Kilobyte
Megabyte
Gigabyte
Terabyte
Petabyte

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

wat voor soort computer is dit?
A
een Tabloid
B
Een Ipad
C
Een Supercomputer
D
Een Laptop

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Noem drie soorten poorten die je op een computer kunt vinden en hun functies.
A
HDMI, USB, Ethernet
B
RAM, ROM, CPU
C
BIOS, GPU, PSU
D
SSD, HDD, USB-stick

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

COMPUTER
LAPTOP
SUPERCOMPUTER
SMARTPHONE

Slide 43 - Drag question

This item has no instructions

Kun je hardware gebruiken zonder software?
A
Ja
B
Nee

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 2: 
Wat hoort bij wat? 
Het moederbord
De processor 
De videokaart
De harde schijf
RAM geheugen (werkgeheugen)
Afbeeldingen kunnen zien
Alle onderdelen zijn verbonden aan
Applicatie openen
Hersenen van de computer
Afbeeldingen opslaan

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

GB
TB
byte
PB
kB
MB

Slide 46 - Drag question

This item has no instructions

Randapparatuur
Hardware
Moederbord
Werkgeheugen
USB stick
Voeding
Scanner
Koptelefoon
SSD
Processor

Slide 47 - Drag question

This item has no instructions

Je computer heeft een voeding (PSU - Power Supply Unit)). Deze voeding voorziet de onderdelen in de computer van stroom.
RAM geheugen is het werkgeheugen van de computer. Dit werkgeheugen zorgt voor tijdelijke opslag van programma’s die je nu open hebt staan.
Het opslaan van documenten en het installeren van programma’s wordt op een harde schijf opgeslagen.
Een moederbord zorgt ervoor dat alle componenten met elkaar kunnen communiceren.
Alle componenten in een computer worden gemonteerd in een computer behuizing.
Een videokaart is een belangrijk onderdeel tussen een computer en beeldscherm.

Slide 48 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een byte?
A
Een enkele bit
B
Een groep van 4 bits
C
Een groep van 8 bits
D
Een groep van 16 bits

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een algoritme?
A
Een stapsgewijze oplossing
B
Een type software
C
Een wiskundige formule
D
Een soort computer

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Wat is groter:
Een Bit of een Byte?
A
Bit
B
Byte

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

WAT IS WAT ?KAN JIJ HELPEN?
Geheugenmodule
Computervoeding
Videokaart
Harddiskdrive
Microprocessor
Moederbord

Slide 52 - Drag question

This item has no instructions

Test het BIOS de hardware of de software
A
de hardware
B
de software

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Moederbord
Harde schijf
Werkgeheugen
Processor

Slide 54 - Drag question

This item has no instructions

Accu/Stroom
Moederbord
Behuizing
Ventilator

Slide 55 - Drag question

This item has no instructions