Nederlands 3GTA 28-3

Plattegrond
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Plattegrond

Slide 1 - Slide

  • Bespreken geschreven oefentekst
  • Tekst lezen en bespreken
  • Oefenen mening geven
  • Vragen stellen

Slide 2 - Slide

  • Je kunt je mening geven.
  • Je kunt argumenten formuleren bij je mening.

Slide 3 - Slide

Bespreken tekst
Titel
Alinea 1 inleiding: stelling, eens/oneens + korte mening
Alinea 2 middenstuk: argument 1 met voorbeeld/uitleg
Alinea 3 middenstuk: argument 2 met voorbeeld/uitleg
Alinea 4 slot: herhaling mening + conclusie eventueel advies

Signaalwoorden van een mening en argumenten.
Signaalwoorden die de samenhang weergeven.

Slide 4 - Slide

Gossip Girl accounts

Slide 5 - Slide

Geef je mening

Stelling: Telefoons moeten in de hele school verboden worden om het maken van roddelposts op juice accounts te voorkomen.
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Werkwoordspelling
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Voltooid deelwoord

Wat zijn de regels van deze werkwoordsvormen? Hoe pas ik de regels doe? Leg dit uit en geef voorbeelden.


Slide 7 - Slide

Koppelteken
Je hebt geleerd dat in samenstellingen woorden die samen één begrip vormen, aan elkaar zijn geplakt. Ook heb je geleerd dat je soms tussenletters moet gebruiken.
Bijvoorbeeld: doelgroep, plannenmaker, groepsuitje.
Soms komen in een samenstelling twee klinkers naast elkaar te staan die meestal samen één klank vormen. Om te voorkomen dat het woord verkeerd wordt uitgesproken, gebruik je dan een koppelteken: een liggend streepje.
Bijvoorbeeld: familie-uitje, auto-expert, na-apen, maar knieoperatie, pizzaoven.

Slide 8 - Slide

Koppelteken
Welke letters naast elkaar zorgen voor een verkeerde uitspraak?

Schrijf zoveel mogelijk voorbeelden op.

Slide 9 - Slide

Klinkerbotsing
Soms zorgen twee klinkers naast elkaar voor een uitspraakprobleem
Denk aan:
oe
au
ou
ei
oei
ij

Slide 10 - Slide

Trema
Ook in woorden die géén samenstelling zijn, kunnen twee klinkers naast elkaar verwarrend zijn als ze bij verschillende lettergrepen horen. Dan gebruik je een trema om te voorkomen dat het woord verkeerd wordt uitgesproken: twee puntjes boven een letter.
Bijvoorbeeld: poëzie, zeeën, geëxperimenteerd, beëindigen, maar beangstigen.

Slide 11 - Slide

Kies de juiste spelling
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
politieauto
B
politie-auto
C
politie auto

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
stageuren
B
stage-uren

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
autoonderdelen
B
auto-onderdelen

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
radiouitzending
B
radio-uitzending
C
radio uitzending

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
galaavond
B
gala-avond
C
gala avond

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
garageeigenaar
B
garage-eigenaar
C
garage eigenaar

Slide 19 - Quiz

Trema?
financieel
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Trema?
industriele
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Trema?
tatoeage
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Trema?
financien
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Trema?
Welke vorm is onjuist?
A
gevarieerd
B
geïllustreerd
C
gekopieerd
D
gefinanciërd

Slide 24 - Quiz

Trema?
fotoalbum
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Trema?
smeuig
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz


Maak de opdracht 2 tot en met 5 van hoofdstuk 6: Koppelteken en trema blz 170-171
Vragen? Stel ze gerust
Maak van blz. 172-173 startopdracht tm opdracht 5
Klaar? Haal bij mij bladen werkwoordspelling.
Je kunt ook zachtjes overleggen.

Slide 27 - Slide

Oefen werkwoordspelling

https://www.bookwidgets.com/play/ZAbBF4Sc-iQAEJvlnugAAA/QFBWVQY/werkwoordspelli?teacher_id=6726870974857216
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Alle opdrachten taalverzorging hoofdstuk 6: koppelteken en trema

Slide 29 - Slide