dagbesteding

Dagbesteding 
1 / 53
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Dagbesteding 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Dagbesteding 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

I.O. doelen
uitleggen wat dagbesteding inhoudt.

samenvatten welke vier aspecten een rol spelen bij dagbesteding.
uitleggen welke invloed gedrag, zingeving, competenties, werk, scholing en vrije tijd hebben op dagbesteding.
benoemen wat de verschillende lagen van de piramide van Maslow zijn en hoe dagbesteding hierbij kan aansluiten.
benoemen welke ontwikkelingen hebben geleid tot de huidige invulling van dagbesteding in de zorg.
uitleggen wat passende dagbesteding is.
uitleggen wat het structureren betekent voor het vormgeven van een passende dagbesteding.
toelichten hoe je vraaggericht werkt.
uitleggen welke activiteiten bij welke verschillende media passen 
uitleggen wat ondersteunings- en begeleidingsmethodieken zijn en hoe je die kan inzetten bij het begeleiden van zorgvragers
uitleggen hoe je je begeleiding afstemt op de zelfredzaamheid, het zelfmanagement en de zelfregie van de zorgvrager en zijn naaste








Slide 3 - Slide

This item has no instructions

timer
0:30
Waar denk jij aan bij dagbesteding?

Slide 4 - Mind map

Kom ook terug op welke doelgroepen.. 
Heeft iemand al eens kennisgemaakt met dagbesteding?
Wat is dagbesteding?
Dagbesteding = doelgerichte en zingevende activiteiten gedurende de dag.

Als MZ’er ben je bezig met de dagbesteding van een kwetsbare doelgroep -> begeleiden en ondersteunen; 
4 aspecten zijn belangrijk:
  • De persoon zelf
  • De aard van de dagbesteding
  • de omgeving
  • de waarde van de dagbesteding

Slide 5 - Slide

ad 1: invulling aan behoefte en wensen vanuit mogelijkheden
ad2: aard: eigen kenmerken en eigenschappen(leeftijd , persoonlijkheid, cultuur, interesses)
ad 3: in een bepaalde omgeving op een bepaalde plek waar men zich veilig voelt.
ad 4: een ontmoeting in met dingen en mensen.
De vier aspecten
Bij dagbesteding spelen vier aspecten een rol:
1. De persoon die aan de dagbesteding meedoet: dagbesteding geeft invulling aan de behoeften en wensen. Dit doet iedereen op zijn eigen manier. 
2. De aard van de dagbesteding zelf: de tijd die je in een bepaalde levensfase beschikbaar hebt, geef je vorm en inhoud met dagbesteding
3. De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt: dit is een plek die je eigen is, waar je veilig bent. Deze deel je met anderen of juist niet. 
4. De waarde van de dagbesteding: het materiaal om je dag, je leven, je bestaan vorm en inhoud te geven. Je bent hier zelf een onderdeel in. 

Slide 6 - Slide

Aandacht aan geven. 
Kijk naar het volgende filmpje en beantwoord de volgende vragen

  • welke vormen van dagbesteding zie je
    • wat ontlenen de deelnemers er aan
      • zijn er bijzonderheden die je opvallen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Wanneer je kijkt naar gisteren. Wat was toen jou dagbesteding?
timer
0:30

Slide 9 - Open question

Het is niet alleen overdag, maar ook s' nachts!!
Dagbesteding door de jaren heen
  • Arbeidstherapie: doet een beroep op de gezonde kant van de cliënt door hem actief deel te laten nemen aan allerlei werkzaamheden. 
  • Bezigheidstherapie: leidt de aandacht van de cliënt af van zijn beperkingen en biedt hem een aangenaam tijdverdrijf.
  • Activiteitenbegeleiding: houdt zich ook bezig met gespreksvoering. Invulling van dagbesteding is onderdeel van multidisciplinair overleg.
  • Sociale werkvoorziening: voorziet in een passende, beschutte arbeidsplek voor mensen met een arbeidshandicap.
  • Individuele ondersteuning: vraaggericht werken en ambulantisering zijn onderdeel van het werk.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Dagbesteding heden
  • Geïntegreerd in andere functies.
  • Vanuit eigen professionele deskundigheid de cliënt begeleiden in dagbesteding
  • Eigen regie
  • Participatiesamenleving 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de vier aspecten van dagbesteding?
timer
0:30

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Stijn en Kim hebben hebben een verstandelijke handicap. Ze zijn vier middagen in de week te vinden bij lunchroom de cirkel.
Kim vindt het contact met mensen een beetje eng. Dit maakt dat zij in de keuken werkt en de broodjes klaarmaakt die de klanten bestellen. Zo heeft ze geen contact met klanten.
Stijn werkt in de bediening, neemt de bestelling op en ontvangt de klanten. Hij maakt graag een praatje met de klanten en geniet hiervan. ’s Avonds tijdens het eten verteld hij hier altijd erg trots over.
timer
1:30
De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt
De waarde van de dagbesteding
De aard van de dagbesteding zelf
De persoon die aan de dagbesteding meedoet

Stijn en Kim
Bestelling klaarmaken en klanten bedienen 
Contact maken met mensen 
Lunchroom de cirkel

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Waarom is dagbesteding zo belangrijk?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Piramide van Maslow

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk bij dagbesteding
  • Gedrag
  • Zingeving
  • Competenties
  • Werken
  • Scholing
  • Vrije tijd 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Piramide van Maslow
fysiologische behoeften
veiligheid en zekerheid
sociale acceptatie
waardering en erkenning
zelfontplooing
1e behoefte
2e behoefte
3e behoefte
4e behoefte
5e behoefte

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Waar denk je aan bij
vraaggericht werken

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Voorwaarden om vraaggericht te werken
  • Leef je in in de cliënt
  • kijk samen naar de hulpvraag en probeer deze samen met de cliënt te formuleren
  • Luister niet alleen maar vraag door, ga in gesprek
  • De cliënt is en blijft verantwoordelijk voor zijn eigen proces
  • Sluit aan bij de belevingswereld van de cliënt

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Passende dagbesteding
Passende dagbesteding is de afstemming tussen datgene wat de cliënt nodig heeft in combinatie met zijn/ haar wensen (vraag) en de randvoorwaarden en kenmerken waaraan het activiteitenprogramma voldoet (aanbod) 



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

DRIE SOORTEN DAGBESTEDING

 1. RECREATIEVE DAGBESTEDING
Dit zijn activiteiten gericht op beleving, zoals wandelen, knutselen, klussen, gymnastiek, zingen of samen koken en mensen ontmoeten.




Slide 21 - Slide

This item has no instructions

2. ONTWIKKELINGSGERICHTE DAGBESTEDING

Hierbij gaat het om bezigheden als het volgen van een computercursus, leren lezen of schrijven, muziek maken, of je ontwikkelen in film en fotografie.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

3. ARBEIDSMATIGE DAGBESTEDING

Denk hierbij aan werkgerichte activiteiten, zoals werken in een winkel, in de groenvoorziening of op een zorgboerderij. Of misschien word je bijrijder, kun je werken in een spoelkeuken of helpen in de catering.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

veerkracht& eigen verantwoordelijkheid
aandacht voor gezondheid in plaats van ziek zijn.
herstel ondersteunende zorg!
kijken naar talenten
aanpassingsvermogen

participatiesamenleving

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

de vier hoofdelementen van passende dagbesteding

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

begeleidingsbehoefte
ontwikkelingsmogelijkheden
structuur
nabijheid van begeleiding
specifiek verzorgend en verpleegtechnische handelen
benadering
acuut handelen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

groep
leeftijdsspecifieke kenmerken
groepsspecifieke kenmerken
storend gedrag

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

fysieke ruimte
mobiliteit
veiligheid
toegankelijkheid en faciliteiten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

omgeving
mate van openheid versus geslotenheid
geografische ligging

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

structuren in de leefomgeving
ruimtelijke structuur
sociale structuur
tijdsstructuur
materiele structuur

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Structureren tijdens dagbesteding 
- Programmastructuur
- Spelstructuur
- Tafelstructuur
- Taakstructuur
- Taalstructuur
- Fysieke structuur
- Structuur in bijzondere situaties

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 41 - Video

This item has no instructions

welke ondersteunende interactie tav sociale steun is:
bezoek krijgen en een praatje maken
A
emotionele ondersteuning
B
gezelschap
C
informatieve ondersteuning
D
waardering

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

welke ondersteunende interactie tav sociale steun is:
ergens heen gebracht worden, een boodschap die voor je gedaan wordt.
A
waardering
B
emotionele ondersteuning
C
instrumentele ondersteuning
D
informatieve ondersteuning

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

welke ondersteunende interactie tav sociale steun is:
een folder van iemand krijgen of informatie hoe je iets het beste kan aanpakken
A
gezelschap
B
informatieve ondersteuning
C
instrumentele ondersteuning
D
waardering

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

welke ondersteunende interactie tav sociale steun is:
Je verhaal kunnen doen, begripvolle reacties, duwtje in de goede richting, gerustgesteld worden
A
gezelschap
B
waardering
C
instrumentele ondersteuning
D
emotionele ondersteuning

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

04:54
welke vormen van sociale steun heb je in deze video geobserveerd?

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

3

Slide 47 - Video

This item has no instructions

de rol van de verpleegkundige
netwerker
samenwerker

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

01:05
wat geeft de mw in rolstoel aan wat haar doel is om op de zorgboerderij te zijn?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

01:59
welke activiteiten kunnen de cliënten hier allemaal doen?

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

02:38
Wat geeft het personeel een goede dag!

Slide 51 - Open question

This item has no instructions

noem activiteiten
,middelen en materialen

Slide 52 - Mind map

This item has no instructions

Vragen?
Nog vragen?

Slide 53 - Slide

This item has no instructions