KLM

• Spaans
• HBO
• Studiejaar 1

KLM

¡Bienvenidos!

Leerdoelen

• Elkaar voorstellen.
• Persoonlijke vragen stellen en beantwoorden.
• Praten over waar je woont.
• Praten over wat je op reis meenement.

Succescriteria

• Je kent de vraagwoorden in het Spaans.
  
• Je kent minimaal 3 regelematige werkwoorden van de groepen AR/ER/IR.
• Je kent minimaal  4 onregelemtige werkwoorden in het Spaans.
  
• Je kent het werkworod 'ZIJN' en 'ER IS/ER ZIJN' in het Spaans.
• Je kent de aanwijzend voornaamwoorden 'dit'en 'dat' in het Spaans.

prezi.com

Leerdoelen

• Elkaar voorstellen.
• Persoonlijke vragen stellen en beantwoorden.
• Praten over waar je woont.
• Praten over wat je op reis meenement.

Succescriteria

• Je kent de vraagwoorden in het Spaans.
  
• Je kent minimaal 3 regelematige werkwoorden van de groepen AR/ER/IR.
• Je kent minimaal  4 onregelemtige werkwoorden in het Spaans.
  
• Je kent het werkworod 'ZIJN' en 'ER IS/ER ZIJN' in het Spaans.
• Je kent de aanwijzend voornaamwoorden 'dit'en 'dat' in het Spaans.

LOS INTERROGATIVOS

PRACTICAMOS CON LAS TARJETAS

UN POCO DE PRÁCTICA

PRACTICAMOS UN POCO MÁS

Leerdoelen

• Elkaar voorstellen.
• Persoonlijke vragen stellen en beantwoorden.
• Praten over waar je woont.
• Praten over wat je op reis meenement.

Succescriteria

• Je kent de vraagwoorden in het Spaans.
  
• Je kent minimaal 3 regelematige werkwoorden van de groepen AR/ER/IR.
• Je kent minimaal  4 onregelemtige werkwoorden in het Spaans.
  
• Je kent het werkworod 'ZIJN' en 'ER IS/ER ZIJN' in het Spaans.
• Je kent de aanwijzend voornaamwoorden 'dit'en 'dat' in het Spaans.

ESCUCHA

AULA INT 1 UNIDAD 3 PG. 42

Leerdoelen

• Elkaar voorstellen.
• Persoonlijke vragen stellen en beantwoorden.
• Praten over waar je woont.
• Praten over wat je op reis meenement.

Succescriteria

• Je kent de vraagwoorden in het Spaans.
  
• Je kent minimaal 3 regelematige werkwoorden van de groepen AR/ER/IR.
• Je kent minimaal  4 onregelemtige werkwoorden in het Spaans.
  
• Je kent het werkworod 'ZIJN' en 'ER IS/ER ZIJN' in het Spaans.
• Je kent de aanwijzend voornaamwoorden 'dit'en 'dat' in het Spaans.

Aanwijzend voornaamwoorden

DIE en DAT --> ESE - ESA - ESOS - ESAS

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud	ESE	ESA
Meervoud	ESOS	ESAS

Let op! ESO --> ESO es rico --> Dat is lekker

Met "ALLÍ" (daar) gebruik je ese/esa/esos/esas

Aanwijzend voornaamwoorden

DEZE en DIT --> ESTE - ESTA - ESTOS - ESTAS

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud	ESTE	ESTA
Meervoud	ESTOS	ESTAS

Let op! ESTO --> ESTO es rico --> Dit is lekker

Met "AQUÍ" (hier) gebruik je este/esta/estos/estas

Leerdoelen

• Elkaar voorstellen.
• Persoonlijke vragen stellen en beantwoorden.
• Praten over waar je woont.
• Praten over wat je op reis meenement.

Succescriteria

• Je kent de vraagwoorden in het Spaans.
  
• Je kent minimaal 3 regelematige werkwoorden van de groepen AR/ER/IR.
• Je kent minimaal  4 onregelemtige werkwoorden in het Spaans.
  
• Je kent het werkworod 'ZIJN' en 'ER IS/ER ZIJN' in het Spaans.
• Je kent de aanwijzend voornaamwoorden 'dit'en 'dat' in het Spaans.

vragen

¿TIENES PREGUNTAS? 

Noem minimaal 1 tip of top bij deze les.

¡Muchas gracias
y adiós!