h2 deel 2 L2

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Binnen = beginnen

Doen: 

Arbeitsbuch Seite 105, Aufgabe 43

Het bepaalde lidwoord

• der -> mannelijk
• die -> vrouwelijk
• das -> onzijdig

Het bepaalde lidwoord

• Mannelijke personen en dieren:

der Mann, der Opa, der Stier, der Niederländer

• Vrouwelijke personen en dieren:

die Frau, die Oma, die Kuh, die Niederländerin

• De meeste zaaknamen (dingen) die eindigen op -e:

die Adresse, die Toilette, die Schule, die Lampe

Het bepaalde lidwoord

Veel het-woorden in het Nederlands zijn in het Duits das-woorden:

• das Pferd, das Fenster, das Lied, das Spiel, das Mädchen, das Kind
• het paard, het raam, het lied, het spel, het meisje, het kind

mannelijk, onzijdig

der Mann 

-> ein Mann / kein Mann

das Fenster

-> ein Fenster / kein Fenster

vrouwelijk, meervoud

die Frau

-> eine Frau / keine Frau

die Menschen

-> keine Menschen

Het bepaalde lidwoord

• De namen van de dagen, de maanden, de jaargetijden, de windrichtingen:

der Montag, der Februar, der Sommer, der Norden

• Woorden op: -keit, -heit, -schaft, -ung, -ik, -ion, -tät:

die Möglichkeit, die Einheit, die Freundschaft, die Zeitung, die Politik,            die Präsentation, die Universität

• Woorden op -chen en -lein:

das Mädchen, das Märchen, das Fräulein, das Büchlein

Opdracht

Doen: 

Arbeitsbuch Seite 106, Aufgabe 45

Opdracht

Machen: 

Arbeitsbuch Seite 107, Aufgabe 46

Hilfe: 

Textbuch, Seite 34

Geräuschpegel = Flüstern

Opdracht

Machen: 

Arbeitsbuch Seite 108, Aufgaben 47, 48, 49

Hilfe: 

Textbuch, Seite 34

Geräuschpegel = Flüstern