Demonstrative pronouns

1 / 10
next
Slide 1: Interactive video with 1 slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1

Slide 1 - Video

00:22
Welke 4 "demonstrative pronouns" heb je gehoord?
timer
0:20

Slide 2 - Open question

Leerdoel:
Deze les ga je leren wat "demonstrative pronouns" zijn
welke "demonstrative pronouns" er zijn en wanneer je ze gebruikt.

Slide 3 - Slide

Demonstrative pronouns:
>  aanwijzend voornaamwoord
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

Slide 4 - Slide

Demonstrative pronouns:
> this = dichtbij en 1 zelfstandig naamwoord : this apple
> these = dichtbij en meerdere : these apples

> that = ver af en 1 zelfstandig naamwoord : that bag 
> those = ver af en meerdere : those bags 

Slide 5 - Slide

Dichtbij
Ver af 
This
these
That
Those

Slide 6 - Drag question

Demonstrative pronouns
> May I use this pencil?
> May I use these pencils?

> Look over there! Do you see that handsome boy?
> Look over there! Do you see those dogs?

Slide 7 - Slide

Look over there! Who is _____ boy?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quiz

I would like ____ tomatoes overthere, please
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 9 - Quiz

1. Wat zijn "demonstrative pronouns"?
2. Welke 4 zijn er?
3. Hoe worden ze gebruikt?

Slide 10 - Open question