Aardrijkskunde hoofdstuk 6

Aardrijkskunde hoofdstuk 6
Aardrijkskunde: hoofdstuk 6
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Aardrijkskunde hoofdstuk 6
Aardrijkskunde: hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is de betekenis van vergrijzing?
A
Meer mensen krijgen grijs haar.
B
Het aandeel mensen dat ouder is stijgt.
C
Er zijn meer jongeren dan ouderen.
D
Steeds meer mensen worden ouder dan 100.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen geboorteoverschot en sterfteoverschot?

Slide 3 - Open question

Als er meer mensen geboren worden dan sterven is er sprake van een geboorteoverschot. 
Als er meer mensen sterven dan geboren worden, is er sprake van een sterfteoverschot.
Wat toont het demografisch transitiemodel in vier fasen?
A
De overgang van hoge naar lage geboortecijfers.
B
De overgang van hoge naar lage sterftecijfers.
C
De overgang van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Is Utrecht een agglomeratie? Leg uit.

Slide 5 - Open question

Ja, omdat Utrecht een stad is met daaraan vastgegroeide randgemeenten.
Vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Het jaar is 1950. Kleine Jan woont met zijn moeder in een oude flat in Breda. Op een dag vertelt zijn moeder dat zij moeten verhuizen: de flat zal worden gesloopt, om een nieuw winkelcentrum te maken. Jan en zijn moeder zullen verhuizen naar een nieuwbouwwijk een paar kilometer verderop.
Noem het begrip waar Jan en zijn moeder slachtoffer van zijn geworden.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Rond 1970 begonnen mensen zich uit te spreken tegen deze manier van slopen en weer opbouwen. Zij vinden niet dat deze oude gebouwen moeten worden gesloopt, maar moeten worden verbeterd.

Hoe heet dit verbeteren van oude gebouwen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Factoren van economische aard
Factoren van politieke aard
Factoren van fysische aard
Mensen die verhuizen om economische redenen. 
Verhuizen om een opleiding te gaan volgen of een baan te verdienen en wellicht meer te verdienen. 
Weggaan van huis door oorlogen tussen staten, etnische conflicten, geloof of politiek. 
Door deze reden van 'verhuizen' worden mensen ook wel ontheemden of vluchtelingen genoemd
Natuurlijke factoren, zoals het klimaat, het landschap en het milieu. 
Mensen die hierdoor verhuizen worden volgens de Verenigde Naties milieuvluchtelingen genoemd. 

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de betekenis van 'bevolkingsdichtheid'?
A
Het aantal mensen in een land.
B
Het aantal gezinnen in een stad/ dorp.
C
Het aantal woningen per hectare.
D
Het aantal mensen per vierkante meter.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waarom vond er suburbanisatie plaats?

Slide 11 - Open question

Door vervuiling in de stad trokken mensen naar het platteland. Ze wilden een aangenamere woonomgeving.
Hoeveel mensen wonen er op dit moment in Nederland?
A
17 638 392
B
17 897 051
C
17 284 241
D
17 407 161

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions