denkfouten depressie

1 / 19
next
Slide 1: Slide
verpleegkunde ghzMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Vragen over bipolair
  • Achtergrond over 'denkfouten en processen' bij depressie
  • interactief college 'pillen of praten'  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke stellingen over bipolaire stoornissen zijn juist?
A
De eerste episode is meestal een manische periode.
B
Een manische episode is meestal korter van duur dan een depressieve episode.
C
Zorgvragers met een bipolaire stemmingsstoornis vervallen van het ene emotionele uiterste in het andere.
D
Perioden van euforie worden hypomane of manische perioden genoemd.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is typerend aan een manie?
A
ontremming
B
verhoogde zelfwaardering
C
verhoogd activiteiten- en energieniveau
D
abnormaal en aanhoudend verhoogde expansieve of prikkelbare stemming

Slide 4 - Quiz

alle antwoorden zijn goed!
Hypomanie...

De zorgvrager is niet / wel in staat sociaal en/of beroepsmatig te functioneren.
A
wel
B
niet

Slide 5 - Quiz

Tijdens hypomanie kan een zorgvrager nog redelijkerwijs  goed functioneren. Zodra een episode over gaat in een manie niet/ nauwelijks

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke 'denkfouten' maak jij wel eens?

Slide 7 - Mind map

Denkfouten...= 
Gedachten die helemaal niet kloppen, kunnen je toch een rotgevoel geven. Zulke 'denkfouten' herkennen en negatieve gedachten omzetten in positieve gedachten is gelukkig goed te leren.
Denkfouten...
Het zijn typische denkfouten: gedachten die je een slecht gevoel bezorgen, terwijl ze niet op feiten gebaseerd zijn. We kennen hem allemaal, die innerlijke criticus die ons regelmatig streng toespreekt. Wie hem al te serieus neemt, kan daar heel onzeker van worden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een depressie blijft niet onopgemerkt voor de omgeving. Partners, familieleden of goede vrienden hebben meestal al snel door dat er iets aan de hand is.  Bij mensen met een depressie ligt de oplossing niet in het zoeken en vinden van een praktische oplossing, maar in het gehoord worden.
Maar toch begrijpt 'de omgeving'  in het begin vaak niet zo goed wàt dat precies is. Hun dierbare is somber, dat zien ze wel. En dus proberen ze hem of haar op te vrolijken. Dat is een begrijpelijke reactie maar kan juist averechts werken. Hun dierbare blijft apathisch en krijgt er zelfs nog een schuldgevoel bij, omdat het niet lukt aan de verwachtingen van de ander te voldoen, die toch zo zijn best doet. Familie en vrienden zien wel dat er iets is, maar hebben aanvankelijk de neiging de problemen te ontkennen. Het zal wel weer overgaan, denken ze. En als het dan na een paar weken nog niet over is, dan moet het maar weer eens ophouden, vinden ze. Ook werkgevers of collega’s kunnen met onbegrip reageren als zij niet weten wat er aan de hand  
Omgaan en praten met mensen met een depressie is soms lastig. Vaak hebben mensen de neiging om de problemen van de depressieve zorgvrager op te willen lossen of het liefst die dag nog bij te dragen aan iets wat wel goed gaat of mooi is.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Slide 11 - Link

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

kleine 5 minuten pauze; welke positieve gedachte heb jij gevonden?
4

Slide 14 - Video

This item has no instructions

02:05
5 van de 9 tekenen duiden op depressie..

Slide 15 - Mind map

1 Sombere stemming
2 Duidelijke vermindering interesse of plezier
3 Gewichtsverandering
4 Slaapproblemen
5 Psychomotorische remming of agitatie
6 Moeheid of verlies van energie
7 Gevoelens van waardeloosheid
8 verminderde concentratie
9 Suïcidegedachten

03:39
Waar zou jij het eerst voor kiezen? Praten of pillen?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

08:24
Welke delen van de hersenen spelen een rol bij depressie
A
Prefrontale cortex
B
Amygdala

Slide 17 - Quiz

Te  lage werking Prefrontale cortex
Overactieve Amygdala
15:43
Is je mening verandert over de stelling
"praten of pillen"? Waarom wel/ niet?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions