Maak eerst van de START: 1, 2, 6 (bespreken deze les)
Huiswerk: Paragraaf 1 opdracht 1 en 2
Klaar met start? mag op laptop werken aan opdracht
Maak de atlas opdracht 3 in de les!
Klaar? werk verder aan je eigen opdracht
Slide 12 - Slide
Vandaag
Huiswerk
uitleg
maken topo opdracht 3 en huiswerk
leerdoelen
- Je weet welke soorten ruimtegebruik er zijn in een wijk
- Je weet wat de kenmerken zijn van woningen: een-/meergezinswoning, hoog-/laagbouw, koop-/huurwoning
Slide 13 - Slide
Woningkenmerken
één/meergezinswoning
laagbouw/hoogbouw
huur/koop
(duur/goedkoop)
Slide 14 - Slide
Noem de woningkenmerken van je eigen woning
Slide 15 - Open question
Ruimtegebruik
Wonen
Werken
Recreatie
Verkeer
Voorzieningen
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
B183 Ruimtelijke ordening
Ruimtelijke ordening = maken van plannen voor de inrichting.
Alle menselijke activiteiten bepalen samen de: inrichting van de ruimte = ruimtegebruik -> kantoren, boerderijen, woningen, wegen, restaurants.
Verschil Nederland vs. opkomende landen: ongeplande sloppenwijken.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Aan de slag!
Maken Topo opdracht 3 af!
Werk verder aan je actualiteiten opdracht
Huiswerk: Paragraaf 1 af
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Je zag in de film hoe een stad is opgebouwd.
Wat voor soort bebouwing heb je allemaal gezien?
Slide 23 - Mind map
Hoofdstuk 7 - je eigen omgeving in beeld
Slide 24 - Slide
omschrijven wat 'je eigen omgeving' betekent
uitleggen op welke manieren een (woon)wijk gebruikt kan worden
uitleggen wat het verschil is tussen eengezinswoningen en meergezinswoningen
de kenmerken van laagbouw en hoogbouw beschrijven
uitleggen wat het verschil is tussen een huurhuis en een koophuis
de 20 belangrijkste steden van Nederland (W1) op een kaart aanwijzen
aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 7 (lesboek bladzijde 116/117) geven
Ik kan:
7.1 De inrichting van een wijk - leerdoelen
Slide 25 - Slide
Het gebied rond je huis waar je dagelijks komt
wijk: een deel van een dorp of stad
een wijk bestaat uit buurten: een paar straten bij elkaar
In je eigen omgeving staan huizen en zijn voorzieningen, hiervan kan iedereen gebruik van maken (winkels, scholen, fitnesscentrum, parken, speelveldjes)
je eigen omgeving
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 26 - Slide
Een voorbeeld: in de provincie Utrecht ligt de plaats Soest
Soestdijk is een woonwijk in Soest
rond 1900: bouw van een station
Daarna kwamen er huizen:
eengezinswoningen (= woningen bestemd voor één gezin)
vrijstaande huizen
twee-onder-een-kapwoningen
rijtjeshuizen
Dit is allemaal laagbouw
Zoom in: Soestdijk
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 27 - Slide
Boven winkels kwamen ook woningen: meergezinswoningen.
Soestdijk heeft vooral koopwoningen
huurwoningen zijn meestal eigendom van een woningbouwvereniging
Zoom in: Soestdijk
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 28 - Slide
Welk onderdeel ontbreekt er op deze kaart eigenlijk?
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 29 - Slide
Vroeger: alleen oude dorpskern en boerderijen
Nu: veel nieuwe wijken aangebouwd
Soesterveen: veel hoogbouw en daartussen groen
--> nieuwere delen: laagbouw
Zoom uit: Soest
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 30 - Slide
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 31 - Slide
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 32 - Slide
LB - blz. 104 & 105
WB - blz. 111 t/m 113
Opdrachten:
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6
Nabespreken...
timer
5:00
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 33 - Slide
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 34 - Slide
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 35 - Slide
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 36 - Slide
7.1 De inrichting van een wijk
Slide 37 - Slide
omschrijven wat 'je eigen omgeving' betekent
uitleggen op welke manieren een (woon)wijk gebruikt kan worden
uitleggen wat het verschil is tussen eengezinswoningen en meergezinswoningen
de kenmerken van laagbouw en hoogbouw beschrijven
uitleggen wat het verschil is tussen een huurhuis en een koophuis
de 20 belangrijkste steden van Nederland (W1) op een kaart aanwijzen
aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 7 (lesboek bladzijde 116/117) geven