221124 Grammatica zd H2+3

Welkom H2b!
Planning van vandaag:
  1. Herhalen grammatica brugklas
  2. Uitleg grammatica zinsdelen H2+3
  3. Pauze
  4. Zelfstandig werken
  5. Klassikaal leerdoelcheck
Reminder:
Pak je boek vast! We beginnen met lezen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom H2b!
Planning van vandaag:
  1. Herhalen grammatica brugklas
  2. Uitleg grammatica zinsdelen H2+3
  3. Pauze
  4. Zelfstandig werken
  5. Klassikaal leerdoelcheck
Reminder:
Pak je boek vast! We beginnen met lezen.

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning tweede periode:
Spelling/werkwoordspelling
H4 t/m 6

Fictie (boek lezen)




Grammatica (ws/zd)
H1 t/m 3
Toetsen tweede periode:
Spelling/werkwoordspelling
donderdag 8 december

Fictie (boek lezen)
Interview.  Boek uit op 19 december. Inleverdatum 14 januari (2x)

Grammatica (ws/zd)
Toetsweek (2x)


Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Herhalen grammatica brugklas
  2. Uitleg grammatica zinsdelen H2+3
  3. Pauze
  4. Zelfstandig werken
  5. Klassikaal leerdoelcheck

Slide 4 - Slide

Geef antwoord op de volgende vragen:
  1. Op welke drie manieren kan ik de persoonsvorm vinden?

  2. Als er meerdere werkwoorden in een zin staan, dan heb ik altijd te maken met hww'en (hulpwerkwoorden). Waar of niet waar?

  3. Ontleed de volgende zin. Benoem pv, wg, ow, lv, mv en bwb.

    De Finse kok en ik hebben samen een gerecht voorbereid.
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Herhalen grammatica brugklas
  2. Uitleg grammatica zinsdelen H2+3
  3. Pauze
  4. Zelfstandig werken
  5. Klassikaal leerdoelcheck

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.

  • Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.

Slide 7 - Slide

Grammatica zinsdelen H2+3

Werkwoordelijk gezegde



Naamwoordelijk gezegde


Slide 8 - Slide

Grammatica zinsdelen H2+3

Werkwoordelijk gezegde
Geeft aan wat iemand doet.
(Lopen, schrijven, gaan, zwemmen, opstaan, drinken, vinden, etc.)

Ik heb een brief voor mijn oma geschreven.


Slide 9 - Slide

Grammatica zinsdelen H2+3

Naamwoordelijk gezegde
Geeft aan wat iemand is, of wordt of lijkt. Een eigenschap.
(zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen)

Ik word morgen 14 jaar.

Het huis lijkt onbewoond.


Slide 10 - Slide

Grammatica H2 - blz. 60

Slide 11 - Slide

Werkwoordelijk deel
Alle werkwoorden uit de zin.


Afgelopen zaterdag is de uitverkoop een succes geweest.
Naamwoordelijk deel
De eigenschap die bij het onderwerp hoort.

Wat + persoonsvorm + onderwerp + overige ww?

Wat is de uitverkoop geweest?

Een succes

Slide 12 - Slide

Grammatica zinsdelen H2+3
Naamwoordelijk gezegde
Ik schrijf het als volgt op:

Afgelopen zaterdag is de uitverkoop een succes geweest.

pv = is
ow = de uitverkoop
ng = is [een succes] geweest

Slide 13 - Slide

Grammatica zinsdelen H2+3
Naamwoordelijk gezegde

LET OP:

Een naamwoordelijk gezegde heeft NOOIT een lijdend voorwerp in de zin staan.

Slide 14 - Slide

Pauze
timer
4:00

Slide 15 - Slide

Zelfstandig oefenen
Grammatica zinsdelen H2 (blz. 60):
Maak opdracht 2 en 4

Grammatica zinsdelen H3 (blz. 92):
Maak opdracht 1 t/m 3

Ben je klaar? Meld je bij mij!
timer
20:00

Slide 16 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Herhalen grammatica brugklas
  2. Uitleg grammatica zinsdelen H2+3
  3. Pauze
  4. Zelfstandig werken
  5. Klassikaal leerdoelcheck

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
  • Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.

Ontleed de volgende zin helemaal:

Eigenlijk is mijn wollen winterjas van vorig jaar veel te krap.

Slide 18 - Slide