PA1_C3_Opdr 15, 16, 17, 18, 19
1 / 15
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
welke dag van de week is het?
Slide 2 - Mind map
Wie is er jarig?
Slide 3 - Mind map
Waar wordt dat gevierd?
Slide 4 - Mind map
De jarige wordt ... jaar
Op het feest is ... uitgenodigd.
Het toilet is rechtdoor en dan ... aan het einde van de gang.
Pepe blijft ... minuten weg.
Opa zit ...
66
86
Pepe met zijn ouders
de hele familie
rechtsaf
linksaf
5
15
in de auto
bij een voetbalwedstrijd
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Welke voetbalclubs spelen tegen elkaar?
Slide 8 - Open question
Texto correcto
Texto incorrecto
Slide 9 - Drag question
Vertaal de woorden naar het Spaans.
Es (zondag). Hoy es el (verjaardag) de la abuela de Pepe.
Es (zondag). Hoy es el (verjaardag) de la abuela de Pepe.
Slide 10 - Open question
Vertaal de woorden naar het Spaans.
- Feliz cumpleaños, (oma). Tengo (zin) de comer algo.
- Feliz cumpleaños, (oma). Tengo (zin) de comer algo.
Slide 11 - Open question
Vertaal de woorden naar het Spaans.
-Vamos a (eten).
-¿(Waar) está el abuelo?
-Vamos a (eten).
-¿(Waar) está el abuelo?
Slide 12 - Open question
Vertaal de woorden naar het Spaans.
- (Nog) está en el coche.
- ¿En el (auto)?
- (Nog) está en el coche.
- ¿En el (auto)?
