This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is volgens jullie een compliment?
Slide 2 - Mind map
een compliment =
Een compliment is een uitspraak of gebaar waarmee je toot dat je iemand waardeert of bewondert !
Slide 3 - Slide
Er zijn 4 soorten complimenten
hoe je eruit ziet
wat je kan
wat je hebt
hoe je bent
Slide 4 - Slide
je heb mooie ogen
A
hoe je eruit ziet
B
wat je kan
C
wat je hebt
D
hoe je bent
Slide 5 - Quiz
Jij kan heel goed tekenen en kleuren !
A
hoe je eruit ziet
B
wat je kan
C
wat je hebt
D
hoe je bent
Slide 6 - Quiz
Jij bent altijd zo vriendelijk
A
hoe je eruit ziet
B
wat je kan
C
wat je hebt
D
hoe je bent
Slide 7 - Quiz
je hebt echt een zotte gsm
A
hoe je eruit ziet
B
wat je kan
C
wat je hebt
D
hoe je bent
Slide 8 - Quiz
Welk compliment heb jij weleens gekregen?
Slide 9 - Open question
Wat is een goed compliment?
Begin je compliment met een van deze zinnen:
- Je kan ... (bijvoorbeeld goed voetballen, goed)
- Je hebt ... (bijvoorbeeld mooie haren, een leuke stijl)
- Je bent ... (bijvoorbeeld goed in tekenen, goed in samenwerken)
- Je maakt ... (bijvoorbeeld leuke grappen, mooie tekeningen)
- Je doet ... (bijvoorbeeld altijd je best, aardig tegen mij)
Alleen als je het echt meent, komt een compliment goed over.
Onthoud, complimenten zijn altijd positief. Er zal nooit iets gemeens instaan over iemand.
Een compliment bevat vaak een goede eigenschap van de persoon.
Wat je leuk vindt aan iemand.
Wat je waardeert en bewondert aan iemand.
Slide 10 - Slide
Het vragenwiel
Denk niet te lang en geef snel antwoord!
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
feedback =
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
het verschil tussen een compliment en feedback
Een compliment = iets liefs en positiefs dat je tegen iemand zegt.
Feedback = iets dat je zegt om iemand te helpen.
Slide 15 - Slide
Je bent lief voor anderen
A
compliment
B
feedback
Slide 16 - Quiz
Je werkte goed, maar probeer rustiger te sorteren
A
compliment
B
feedback
Slide 17 - Quiz
Je deed het goed, probeer volgende keer eerst zelfstandig op te starten.
A
compliment
B
feedback
Slide 18 - Quiz
Wat knap dat je alles zelf gedaan hebt!
A
compliment
B
feedback
Slide 19 - Quiz
enkele casussen
Slide 20 - Slide
Jij en een collega poetsen samen de gang. Jij mopte het midden, maar niet langs de zijkanten. Je collega zegt: 🗣️ "Hé, je bent daar een stuk vergeten."
A
Dan doe jij dat stuk maar!
B
Ik heb het wel gedaan, kijk maar goed!
C
Oei, ik zal dat nog doen, dank je.
D
Laat maar, dat is niet zo erg.
Slide 21 - Quiz
Je stapelt dozen op een kar. Een collega zegt: 🗣️ "Je hebt ze scheef gezet, zo kunnen ze vallen."
A
Bemoei je er niet mee!
B
Ah, oké, ik zet ze recht.
C
Ik vind het goed zo.
D
Waarom doe jij het niet dan?
Slide 22 - Quiz
Je zit in de pauze. Je neemt 2 koekjes uit de kast. Je collega zegt: 🗣️ "Iedereen neemt er maar eentje, hé."
A
Ik doe wat ik wil.
B
Sorry, ik wist dat niet.
C
Pak jij er dan ook twee.
D
Waarom bemoei jij je ermee?
Slide 23 - Quiz
Je collega is nog borden aan het opruimen. Jij bent al klaar en staat stil. De collega zegt: 🗣️ "Wil jij even helpen met deze borden?"