Marktgedrag hoofdstuk 2 en 3

Marktgedrag hoofdstuk 2 en 3
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Marktgedrag hoofdstuk 2 en 3

Slide 1 - Slide

even weer terug naar hoofdstuk 1

Slide 2 - Slide

Maakt een bedrijf winst? Dat hangt af van….
Kostenstructuur 

  • Proportionele kosten 
  • Niet-proportionele kosten 


Opbrengst → marktvorm 

  • Volkomen concurrentie (P=GO=MO)
 
  • Monopolie (P=GOMO)
 
  • Oligopolie (P=GOMO) 
 
  • Monopolistische concurrentie (P=GOMO)



Slide 3 - Slide

P=GO=MO geldt niet voor de overige marktvormen. Waarom niet?

Slide 4 - Open question

Volkomen concurrentie vs Monopolie 

Volkomen concurrentie

  • Veel vragers, veel aanbieders 
  • Producent heeft geen invloed op P
  • Hoeveelheids-aanpasser 
  • GO = P = MO = een horizontale rechte lijn → de 'prijs-afzetlijn



Monopolie

  • Veel vragers, een aanbieder 
  • Producent heeft wél invloed op P 
  • Prijszetter 
  • GO = P = de collectieve vraaglijn     → de 'prijs-afzetlijn

Slide 5 - Slide

Winstmaximalisatie: volkomen concurrentie
Maximale omzet: (MO=MK) x Q (blauwe vierkant)

Maximale winst: ((MO=MK) - GTK) x Q (groene vlak)

Slide 6 - Slide

Voorbeeld (volkomen concurrentie)
Stap 1:
60p -120 = -70P + 450
130P - 120 = 450
130P = 525
P = 4,038 = €4,04

Stap 2:
P tot aan snijpunt MK(want P=MO)

Stap 3:
MK tot snijpunt GTK

Slide 7 - Slide

Winstmaximalisatie
Ander belangrijk punt
Break-evenpunt: geen winst en geen verlies.
TO = TK
of
P = GTK

Slide 8 - Slide

Volkomen concurrentie
Veel vragers
veel aanbieders
homogene producten
vrije toe- en uittreding
Geen invloed op de verkoopprijs --> de evenwichtsprijs ontstaat (Qv = Qa)
                                                                             p = mo = go

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Volkomen concurrentie
Veel vragers
veel aanbieders
homogene producten
vrije toe- en uittreding
Geen invloed op de verkoopprijs --> de evenwichtsprijs ontstaat (Qv = Qa)
                                                                             p = mo = go
Werkt toe naar een winst van nul --> MK = GTK

Slide 11 - Slide

Van TK naar collectieve aanbodfunctie
zet TK om naar MK
aanbieder streeft naar Maximale winst dus
MO = MK, maar bij volkomen concurrentie geldt P = MO
dus p = MK
p = functie omzetten naar q = functie (dan heb je individuele aanbodfunctie)
q functie omzetten naar Qa (collectieve aanbodfunctie)

Slide 12 - Slide

Collectieve aanbodcurve is een optelsom van alle individuele MK lijnen. Dus Qa is de MK van de individuele aanbieder
qa = 1,75p - 35
-1,75p = -qa -35
p =  1/1,75qa + 20
p = MK = 1/1,75qa + 20

Slide 13 - Slide

Soorten monopolie
Hoe kan een monopolie ontstaan?
1. Wettelijke monopolie
De overheid geeft of heeft het alleenrecht op de verkoop
2. Natuurlijk monopolie
De investeringen om een bedrijf te beginnen zijn zo hoog dat geen enkel ander bedrijf de concurrentie wil aangaan
3. Technische monopolie
Een bedrijf bezit als enige de technische kennis om een product te maken
4.  Economisch monopolie
Een bedrijf bezit een alleenrecht op het produceren van het product (patent)

Slide 14 - Slide

Uber is een voorbeeld van een niet zuivere monopolist. Om welk soort monopolie gaat het hier?
A
collectief monopolie
B
natuurlijk monopolie
C
wettelijk monopolie

Slide 15 - Quiz

Als op een markt sprake is van volkomen concurrentie ipv een monopolie, zou de prijs lager/hoger zijn en het totale marktsurplus hoger/lager zijn.
A
lager/lager
B
lager/hoger
C
hoger/lager
D
hoger/hoger

Slide 16 - Quiz

Monopolie:

Slide 17 - Slide

Het bedrijf met een monopoliepositie..
GO
GO is niet een horizontale lijn zoals bij volkomen concurrentie.  

MO
MO snijdt de X-as op de helft van het GO-snijpunt van de X-as. → omzet maximaal(!)
Wel vanuit dezelfde Y-waarde bij X=0 starten 

BEP-1
BEP-2
Formule
GO = de prijs-afzetlijn(de formule van Qv)
Max. winst
MO=MK

Slide 18 - Slide

Maximale winst bij monopolie
1) Bepaal met behulp van MO = MK de hoeveelheid waarbij de winst maximaal is.
2) Bepaal de verkoopprijs bij die hoeveelheid
3) Bepaal de kosten per product (GTK) bij die hoeveelheid.

Slide 19 - Slide

Als op een markt sprake is van volkomen concurrentie ipv een monopolie, zou de prijs lager/hoger zijn en het totale marktsurplus hoger/lager zijn.
A
lager/lager
B
lager/hoger
C
hoger/lager
D
hoger/hoger

Slide 20 - Quiz

                                             welvaartsverlies monopolie

Slide 21 - Slide

Welke doelstelling hanteert het bedrijf als ze een prijs van 1200 rekenen?
A
maximale winst
B
maximale omzet
C
break even

Slide 22 - Quiz

Monopolie:

Slide 23 - Slide

Monopolie:

Slide 24 - Slide

De maximale winst
is € ....
A
125
B
400
C
625
D
1250

Slide 25 - Quiz

Marktvorm
4 marktvormen.
Ik vraag 4 verschillende leerlingen

Slide 26 - Slide

Marktvorm
Er zijn verschillende marktvormen.
  • Hoeveel aanbieders zijn er?
  • Hoeveel vragers zijn er?
  • Zijn de producten verschillend of hetzelfde?

Marktvorm:
Hoeveel macht heeft de producent.
Hoeveel macht heeft de consument.

Slide 27 - Slide

Monopolistische concurrentie

  • Veel aanbieders
  • Veel vragers
  • Heterogeen product

Voorbeeld: 
Auto's, kleding, restaurants in een grote stad 

Slide 28 - Slide

Productdifferentiatie
Bedrijven proberen hun producten te onderscheiden ten opzichte van concurrenten. 

Dit doen ze d.m.v. product kenmerken => het merk, de verpakking, kwaliteit en (extra) functionaliteit. 

Producten worden hierdoor verschillend in de ogen van de consument (heterogeen).

Slide 29 - Slide

Vandaag
Huiswerk
herhalen
quiz time!
Productdifferentiatie

Slide 30 - Slide

Verschil volkomen concurrentie
  • De homogeniteit gaat verloren

  • Is tegengewerkt door imitatie en door mobiliteit van de consument

  • Transparantie is tevens niet evident

  • Er is vrije toetreding tot en verlaten van de markt. Het is dus relatief makkelijk voor firma's om de markt te betreden met eigen merken en het is goedkoop om de markt te verlaten of te stoppen met bepaalde merken.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Nieuwe toetreders zorgen voor verschuiving naar links op lange termijn
Door de toetreding van nieuwe aanbieders verschuift de prijsafzetlijn (GO) van de individuele aanbieder naar links. Hij kan nu als gevolg van de toetreding van nieuwe aanbieders, tegen dezelfde prijs minder afzetten dan voorheen. Deze prijsverschuivingzaldoorgaan, totdat de gemiddelde opbrengsten (GO) gelijk zijn geworden aan de gemiddelde totale kosten (GTK). 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Exit-ticket: Noem minimaal 1 verschil tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie. Leg goed uit.

Slide 35 - Open question