1.4 Kritisch Denken

Thema's Maatschappijleer
1.4 Kritisch denken
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema's Maatschappijleer
1.4 Kritisch denken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
  • vertellen uit welke drie onderdelen kritisch denken bestaat
  • het verschil uitleggen tussen feiten en meningen
  • uitleggen waarom het belangrijk is dat je je eigen mening kunt beargumenteren 
  • kun je goede argumenten herkennen

Slide 2 - Slide

Eerst even terug naar 1.1, 1.2 en 1.3!
Is dit een wet of een gedragsregel:
Je hebt geen telefoon bij je in de klas.
A
Wet
B
Gedragsregel

Slide 3 - Quiz

Noem de vier kenmerken van een maatschappelijk probleem

Slide 4 - Open question

Even terug naar 1.1 Gedragsregel of wet?
maximumsnelheid 100 km per uur op de autosnelweg
Iedereen heeft recht op het minimumloon
Ter begroeting geef je een hand
Je staat je zitplaats af aan een zwangere vrouw in de bus of trein
In het klaslokaal zijn mobiele telefoons verboden
wet
gedragsregel
wet
gedragsregel
wet

Slide 5 - Drag question

Noem drie Nederlandse basiswaarden

Slide 6 - Open question

Welk van de volgende zaken is GEEN machtsmiddel.
A
Je geld of je bezit
B
Toegang tot de media
C
Overtuigingskracht
D
Gezond leven

Slide 7 - Quiz

NOG EEN KEER DE DOELEN: 
  • Je kan beschrijven wat kritisch denken is
  • je kent het verschil tussen een feit en een mening
  • je weet uit welke onderdelen een goed onderbouwde mening bestaat (feiten, verschillende kanten en onderbouwde argumenten)
  • Je kan uitleggen dat kritisch denken niet hetzelfde is als kritiek geven 

Slide 8 - Slide

Informatie
Alles wat je kennis geeft over iets of iemand 

Bestaat uit feiten, meningen of is soms helemaal verzonnen...

Slide 9 - Slide

 Kritisch denken
Kritisch denken bestaat uit drie delen:
  1. Informatie op waarde weten te schatten: wat zijn de feiten? Is de bron betrouwbaar? zijn er nog andere bronnen?
  2. Het van een andere kant bekijken, je bekijkt het vanuit een ander perspectief: waarom vindt zij dat?
  3. Nadenken over je eigen mening.

Slide 10 - Slide

Kritisch denken betekent dus zorgvuldig omgaan met informatie  om je mening te bepalen 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Donald Trump is president van de VS
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quiz

Drillrap is gevaarlijke muziek
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quiz

Feiten en meningen
Mening
wat je van iets vindt
Feit:
 iets wat echt gebeurd is en wat je kunt bewijzen

Om je mening goed uit te leggen 
moet je de feiten kennen...

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Informatie van meerdere kanten bekijken is belangrijk!

Naar aanleiding van het filmpje:
- de mening van een klasgenoot kan anders zijn dan jouw mening.
- bekijk informatie eens door de ogen van een ander.

Slide 17 - Slide

Wanneer geef je op een goede manier je mening?
  • Je moet eerst de feiten weten: wat is echt?
  • Je moet iets van verschillende kanten bekijken
  • Je moet argumenten hebben: waarom vind je iets?

Slide 18 - Slide

Nadenken over je eigen mening
Als je goed kijkt naar de verzamelde informatie kun je gaan twijfelen...
Stel opnieuw vragen:
  • - Klopt mijn oorspronkelijke idee nog wel?
  • - Is dit nog steeds mijn mening?
  • - Moet ik mijn mening misschien aanpassen?

Slide 19 - Slide

Standpunt en argument?
Als je je mening wilt verdedigen leg je uit waarom je vindt wat je vindt, je geeft dus argumenten voor je mening                                                                                   
Veel gebruikte signaalwoorden om een  argument kracht bij te zetten zijn: 
  • want
  •  omdat
  •  daarom 
  • namelijk

Slide 20 - Slide




Wie kritiek geeft, geeft zijn mening
Wie kritisch denkt stelt vragen bij menngen, feiten enn argumenten
 Kritisch denken is niet hetzelfde als kritiek geven!
Wie kritiek geeft, geeft slechts zijn mening
Wie kritisch denkt stelt vragen bij meningen, feiten en argumenten

Slide 21 - Slide

Een goed argument noem je valide, het moet voldoen aan twee eisen:
1. het moet waar zijn
2. het moet logisch zijn

Slide 22 - Slide

Wat vind jij: Mag je schelden met kanker? Licht je mening toe.

Slide 23 - Slide

Lezen en Maken
Blz. 14-16 van het lesboek
Blz. 16 - 18 van het werkboek
opdracht 1 t/m 11 & 13
timer
20:00

Slide 24 - Slide

Leerdoelen behaald?



  • Beschrijf wat kritisch denken is
  • Leg uit wat het verschil is tussen een feit en een mening
  • Uit welke elementen bestaat een goed onderbouwde mening?
  • Leg uit wat het verschil is tussen kritisch denken en kritiek geven

Slide 25 - Slide

Kritisch denken bestaat uit drie onderdelen""

Slide 26 - Open question

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 27 - Open question

De maximaal toegestane snelheid binnen de bebouwde kom in Nederland is 50 km. is een ....
A
Feit
B
Mening

Slide 28 - Quiz

Donald Trump is de slechtste en domste president die de Verenigde Staten ooit gehad hebben is een....
A
Feit
B
Mening

Slide 29 - Quiz

Een valide / goed argument moet aan twee voorwaarden voldoen. Welke?

Slide 30 - Open question

"Ik houd niet van buitenlanders omdat ze geen Nederlanders zijn" is .....
A
een valide / goed argument
B
geen valide / goed argument

Slide 31 - Quiz

"Roken moet verboden worden want er gaan ieder jaar duizenden mensen aan dood" is een ....
A
Valide / Goed argument
B
Geen valide / goed argument

Slide 32 - Quiz

En nog even terug: Wat is het verschil tussen gedragsregels en wetten?

Slide 33 - Open question

Noem minstens vier machtsmiddelen

Slide 34 - Open question