§ 2.3 Elektriciteit in huis

§ 2.3 Elektriciteit in huis

1 / 16

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§ 2.3 Elektriciteit in huis

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Na deze les weet / ken / kun je:

Uitleggen wat een groep is.
Uitleggen wat overbelasting en kortsluiting zijn.
Uitleggen wat fasedraad en nuldraad zijn.
rekenen met vermogen (P = U * I)

Slide 2 - Slide

Huisinstallatie

Netwerk van elektriciteitsdraden

in huis.

Splitst in 4 parallelle groepen

U = U₁ = U₂ = U₃ = U₄ = U_{5 = ... = 230V}

Elke groep heeft eigen groepschakelaar.
Je kan een groep spanningloos maken om veilig reparatie uit te voeren.

Slide 3 - Slide

Kortsluiting:

Weerstand klein in elektriciteitsdraden.

Als stroom een ander weg (niet door apparaat) kan nemen

- Kortsluiting: veel te kleine weerstand

Slide 4 - Slide

Wat is kortsluiting?

Als je teveel apparaten aansluit op een groep

Als je een apparaat heel kort gebruikt

Als de fasedraad en de nuldraad elkaar raken

Als je korte stroomdraden gebruikt in plaats van lange.

Slide 5 - Quiz

Overbelasting

Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn.

Meer = brandgevaar

Teveel apparaten - overbelasting

Zolang totale vermogen niet meer

dan 3,7 kW is, geen probleem

Slide 6 - Slide

Zekering

Slide 7 - Slide

Waarom krijgen wasmachines vaak een 'eigen groep'?

Hogere spanning

Hoge stroom

Werkt met water

Grotere kans op kortsluiting

Slide 8 - Quiz

Waarom heeft een broodrooster niet een 'eigen groep'?

Het heeft een kleine vermogen

Het heeft een lage spanning

Het heeft een lage stroomsterkte

Het heeft een hoog vermogen

Slide 9 - Quiz

groter vermogen = groter stroomsterkte

Totale opgenome vermogen:

P₁= 15W P₂= 40W

P_tot=55W

I^{​ t o t a l ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} + I^{​ 2 ​ ​} + I^{​ 3 ​ ​} + I^{​ 4 ​ ​} + . . .

P^{​ t o t a a l ​ ​} = P^{​ 1 ​ ​} + P^{​ 2 ​ ​} + P^{​ 3 ​ ​} + . . .

Slide 10 - Slide

P^{​ t o t ​ ​} = P^{​ 1 ​ ​} + P^{​ 2 ​ ​} + . . .

= U^{​ 1 ​ ​} \cdot I^{​ 1 ​ ​} + U^{​ 2 ​ ​} \cdot I^{​ 2 ​ ​} + . . .

P^{​ t o t ​ ​} = U \cdot I^{​ t o t ​ ​}

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Maximaal vermogen

P^{​ m a x ​ ​} = U \cdot I^{​ m a x ​ ​}

= 230 \cdot 16

= 3680 W

= 3, 7 k W

Slide 14 - Slide

Fasedraaden nuldraad

Bruin - fasedraad

Blauw - nuldraad

Bruin 230V - Blauw geen spanning

Schakelaar naar lamp zwarte draad

- Schakeldraad: Alleen spanning als schakelaar aan staat

Slide 15 - Slide

De kleur van de fasedraad is? mm

groen/geel

bruin

blauw

zwart

Slide 16 - Quiz