Les 1 §1 persoonsvorm en zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Goedemiddag! :)

Emily

29 december

2024

Wat gaan we doen?

• Even bijkletsen (al gedaan)
• Aanmelden Dag van de Jonge Jury op 27 mei
• Cursus 5: grammatica
• Persoonsvorm en zinsdelen
• Voorkennis + uitleg
• Klassikale oefening
• Aan de slag met oefeningen
  

Aanmelden Dag van de 

Jonge Jury

Wanneer?

Dinsdag 27 mei

Hoe laat?

Vroeg weg! Het is in Rotterdam. Vertrek vanaf school met een touringcar.

Voor wie?

Jullie! Er is ruimte voor 80 personen. Meld je aan bij mij!

Cursus 5: grammatica

• Zinsdelen (ZD) en woordsoorten (WS)
• We starten met zinsdelen (ZD)
• Huiswerk bijhouden = voorwaarde om toets te maken
• Huiswerk twee keer vergeten? Inhalen op leerplein na je lessen.
• Afsluiting: toets
  

Voorkennis activeren: persoonsvorm

1. Juist of onjuist: een persoonsvorm is altijd een werkwoord.

2. Welke drie manieren zijn er om een persoonsvorm te vinden in een zin? (Hebben we tijdens het onderdeel spelling ook besproken)

3. Wat zijn de persoonsvormen in onderstaande drie zinnen?

Mevrouw Oostra en Emily maken vaak een wandelingetje door het centrum.

Toen we de muren groen wilden verven, waren we de kwasten vergeten.

Ik nam een glaasje water, omdat ik dorst had.

Voorkennis activeren: zinsdelen

Een zin kun je opdelen in zinsdelen. Tussen de zinsdelen zet je een zinsdeelstreep, zodat je weet welke zinsdelen een zin heeft. Als je weet uit welke stukjes een zin bestaat, kun je de zin ontleden.

1. Welke zinsdelen zitten er in onderstaande zin?

Mevrouw Oostra en Emily maken vaak een wandelingetje door het centrum.

0

Tot 2.10

Schrijf de zinnen over. Onderstreep de persoonsvorm en zet zinsdeelstrepen.

1. De conciërge heeft ons verse koffie en thee gebracht.
2. Die goochelaar bezorgde de kinderen een leuke middag op het kinderfeestje.
3. Volgende zomer gaan we op vakantie met onze nieuwe tent.

Al klaar? Doe hetzelfde met de lastigere zin hieronder.

1. Jan is nog nooit met het vliegtuig op vakantie geweest, maar zou  dat wel graag willen.

Aan de slag

Ga naar blz. 204/205 van je boek of e-book.

Maak opdracht 1 t/m 5 van §1 persoonsvorm en zinsdelen (blz. 204/205) online op je laptop.

Dit is ook huiswerk voor donderdag.

Stil lezen