Politiek in de buurt BK

1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je van de Gemeente?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat zijn de taken van de gemeente?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Wie is de burgemeester van Ameland?

Slide 7 - Open question

Wat betekent B&W ?
A
Dikke auto
B
burgemeester en wetten
C
burgemeester en wethouders
D
burgers en wethouders

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Noem een lokale partij in de gemeenteraad van Ameland

Slide 10 - Mind map

Wat zijn de taken van de gemeente?

Er zijn meerdere antwoorden goed
A
Regelen van lokale belastingen zoals riool- en hondenbelasting. Ook bouwt de gemeente voldoende woningen en sportvoorzieningen.
B
De belangrijkste taak van de gemeente is het kiezen van de ministers en staatssecretarissen.
C
Het aanleggen en onderhouden van provinciale wegen en bruggen. Ook zorgt de gemeente voor voldoende ziekenhuizen.
D
Onderhouden van parken, riolen en wegen. Ook geeft de gemeente documenten uit zoals paspoorten en huwelijksakten.

Slide 11 - Quiz

Wie controleert of de burgemeester en wethouders goed hun werk doen?
A
De burgers
B
Ambtenaren
C
Een speciale commissie
D
Gemeenteraad

Slide 12 - Quiz

Een wethouder is lid van de gemeenteraad.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wie is de voorzitter van de gemeenteraad?
A
Burgemeester
B
Fractievoorzitter van de grootste partij
C
degene die na de verkiezingen door de gemeenteraad hiervoor gekozen word

Slide 14 - Quiz

De leden van de gemeenteraad worden door de bevolking gekozen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wie vormen het dagelijks bestuur van een gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Burgemeester en wethouders

Slide 16 - Quiz

Wie controleert het B&W?
A
de koning
B
de wethouders
C
de politie
D
de gemeenteraad

Slide 17 - Quiz

Wat hoort NIET bij het gemeentebestuur?
A
Burgemeester
B
Wethouders
C
Gemeenteraad
D
Politie

Slide 18 - Quiz

De gemeenteraad houdt zich bezig met...
A
Afval
B
Rampen
C
Politie aansturen
D
Straatverlichting

Slide 19 - Quiz

Wie heeft de meeste invloed binnen de gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Wethouders
C
Burgemeester
D
Burgers

Slide 20 - Quiz

Wethouders hebben dezelfde taken als ...
A
de koning
B
de burgemeester
C
de gemeenteraad
D
ministers

Slide 21 - Quiz

Wie zitten er in de gemeenteraad?
A
Burgers
B
Burgemeester
C
Volksvertegenwoordigers
D
Wethouders

Slide 22 - Quiz

De burgermeester is de baas van de gemeente?
A
Ja, zijn wil is wet in de gemeente.
B
Nee, de gemeenteraad beslist.
C
Ja, hij is de voorzitter van de gemeenteraad.
D
Nee, de wethouders beslissen.

Slide 23 - Quiz

Wie mag besluiten om een voetbalwedstrijd niet door te laten gaan in de gemeente?
A
Burgemeester
B
Minister president
C
Gemeenteraad
D
Koning

Slide 24 - Quiz

Wie binnen de gemeente voert de plannen uit?
A
Gemeenteraad
B
Burgemeester
C
College van B en W
D
Ministers

Slide 25 - Quiz


Waar moest de Amsterdamse burgemeester Halsema zich verantwoorden voor de Dam-demonstratie?
A
De gemeenteraad van Amsterdam
B
De Tweede Kamer
C
De minister van Justitie (Grapperhaus)
D
Het RIVM

Slide 26 - Quiz

Een café in Dokkum moet twee weken dicht vanwege de voortdurende verstoring van de openbare orde en veiligheid.
Wie heeft het besluit om het café te sluiten genomen?
A
De burgemeester
B
De gemeenteraad
C
De politie
D
Het college van B&W

Slide 27 - Quiz

Hieronder staan acht uitspraken over de gemeentepolitiek.
1 B en W staat voor Burgers en Wethouders.
2 Samen met de wethouders bestuurt de burgemeester de stad of het dorp.
3 De gemeenteraadsleden kiezen hun burgemeester voor een periode van zes jaar.
4 Of er in een gemeente wel of geen hotel mag komen, beslist de burgemeester.
5 De gemeenteraad controleert de wethouders én de burgemeester.


Twee van de acht uitspraken zijn juist. Welke twee uitspraken zijn dat?

A
1 en 2
B
3 en 5
C
4 en 5
D
2 en 4

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

De gemeenteraad beslist dus. Ze lijken hiermee op landelijk niveau op........?
A
De koning
B
De Eerste Kamer
C
De Kamervoorzitter
D
De Tweede Kamer

Slide 31 - Quiz