Wolken en neerslag

Wolken en neerslag
Wat gaan we leren vandaag?
Je kan het verband tussen temperatuur en luchtvochtigheid beschrijven. 
Je kunt uitleggen wat het dauwpunt is. 
Je kunt het verband tussen dauwpunt en luchtvochtigheid aan de hand van een grafiek uitleggen. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wolken en neerslag
Wat gaan we leren vandaag?
Je kan het verband tussen temperatuur en luchtvochtigheid beschrijven. 
Je kunt uitleggen wat het dauwpunt is. 
Je kunt het verband tussen dauwpunt en luchtvochtigheid aan de hand van een grafiek uitleggen. 

Slide 1 - Slide

In welk land licht het hoogste drukgebied?
A
Kroatie
B
Oostenrijk
C
Belgie
D
Griekenland

Slide 2 - Quiz

In welk land is het het lekkerste weer?

Slide 3 - Open question

Gaat de lucht volgens dit plaatje naar Nederland toe of van Nederland af?
A
Naar Nederland toe
B
Van Nederland af

Slide 4 - Quiz

Op twee dagen is het qua temperatuur even warm. Op de eerste dag is het echter windstil, en op de tweede dag waait het hard. Op welke dag voelt het weer kouder aan, waarom?

Slide 5 - Open question

Wolken en neerslag
Wat gaan we leren vandaag?
Je kan het verband tussen temperatuur en luchtvochtigheid beschrijven. 
Je kunt uitleggen wat het dauwpunt is. 
Je kunt het verband tussen dauwpunt en luchtvochtigheid aan de hand van een grafiek uitleggen. 

Slide 6 - Slide

Temperatuur en luchtvochtigheid
De temperatuur zegt altijd iets over hoe warm de lucht is. 
De luchtvochtigheid zegt hoeveel gram per kubieke meter lucht.
Als de temperatuur hoger is, word water sneller verdampt en word er meer water verdampt, dit zorgt ervoor dat de luchtvochtigheid hoger wordt. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Dauwpunt en luchtvochtigheid

Slide 9 - Slide

Dauwpunt en luchtvochtigheid
Dauw ontstaat doordat waterdamp door een koudere temperatuur condenseert (dus overgaat van gas naar vloeibaar). Dit gebeurd vaak 's nachts. 
Bij welke temperatuur (het dauwpunt) de waterdamp condenseert, ligt aan de luchtvochtigheid. 
Als de luchtvochtigheid hoger ligt, moet het kouder worden voordat de waterdamp condenseert. 

Slide 10 - Slide

Wolken en neerslag
Wat gaan we leren vandaag?
Je kunt uitleggen hoe stapelwolken ontstaan en wat condensatieniveaus zijn. 
Je kunt uitleggen hoe mooiweerwolken, buienwolken en hagel ontstaan.
Je weet hoe je luchtvochtigheid kunt meten en berekenen. 

Slide 11 - Slide

Hoe komt het dat de luchtvochtigheid hoger ligt bij warm weer?

Slide 12 - Open question

Bij welke luchtvochtigheid ligt het dauwpunt het laagst?
A
Bij 7 g/m3
B
Bij 2 g/m3
C
Bij 5 g/m3
D
Bij 4 g/m3

Slide 13 - Quiz

Welke kant gaat warme lucht op?

Slide 14 - Open question

Wolken en neerslag
Wat gaan we leren vandaag?
Je kunt uitleggen hoe stapelwolken ontstaan en wat condensatieniveaus zijn. 
Je kunt uitleggen hoe stapelwolken, mooiweerwolken, buienwolken en hagel ontstaan.


Slide 15 - Slide

Vormen van stapelwolken
Als lucht warm word, stijgt het op (convectiestroming).
In deze lucht kan ook waterdamp zitten. 
Deze waterdamp stijgt in een ''bel'' op.
Hoe hoger je gaat, hoe kouder het wordt. 

Slide 16 - Slide

Vormen van stapelwolken
Op een gegeven moment bereikt de bel het condensatieniveau; de waterdamp word kleine waterdruppeltjes --> een wolk. 
Dit gebeurd op elkaar, hierdoor ontstaan stapelwolken. 
Door het condensatieniveau zijn wolken plat aan de onderkant. 

Slide 17 - Slide

Soorten wolken
Als het lekker weer is, zitten de wolken hoger, het condensatiepunt is namelijk hoger door het warme weer.
Als het koud is, zijn de wolken lager. 
Regen en hagel ontstaan door de temperatuur in de lucht waar de wolk zit. Als het redelijk koud is, ontstaat er regen, als het heel koud is hagel. 

Slide 18 - Slide

Slechtweerwolk

Slide 19 - Slide

Ontstaan regen

Slide 20 - Slide

Opdracht
Maak de opdrachten van paragraaf 3.4 in een word document af. 
Huiswerk voor de volgende les (inleveren via teams).
Volgende les is er ook een formatieve toets (toets word nagekeken, cijfer komt op SOM met weging 0)

Slide 21 - Slide

Waarom is een wolk plat aan de onderkant?

Slide 22 - Open question

Wanneer ontstaat er hagel?

Slide 23 - Open question

In welke maand regent het het vaakst?

Slide 24 - Open question