Gezegde en lv bij wederkerende werkwoorden

Gezegde en lv bij wederkerende werkwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Gezegde en lv bij wederkerende werkwoorden

Slide 1 - Slide

Je leert over:

het werkwoordelijk gezegde met wederkerende werkwoorden. 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Hoe herken ik een verplicht wederkerend ww en een  toevallig wederkerend ww?
  • Hoe noteer ik het WG bij een wederkerend ww?
  • Hoort het wederkerend vnw bij het WG?


Slide 3 - Slide

Wederkerende werkwoorden
Wederkerende werkwoorden hebben in het Nederlands ‘zich’ ervoor staan, bijvoorbeeld: ‘zich vergissen’, zich gedragen, zich vervelen

Wederkerende werkwoorden kunnen onderverdeeld worden in:
  1. verplicht wederkerende werkwoorden
  2. toevallig wederkerende werkwoorden.

Slide 4 - Slide

Verplicht wed. ww en zinsdelen
Jij | verveelt |  je | bij de les Nederlands.

  • Doe-zin = WG
  • WG = verveelt je
  • Ow = Jij
  • Bijw. bep. = bij de les Nederlands


Slide 5 - Slide

Verplicht wed. ww
Jij en Je horen bij elkaar! Het onderwerp JIJ komt terug (keert terug) in het woord JE.

DUS:

Bij een verplicht wed. ww hoort het wed. vnw bij het WG!!!

Slide 6 - Slide

Noteer het wg en ow van de volgende zin:
Thijs schaamt zich voor zijn jas.

Slide 7 - Open question

Wat is een wederkerend werkwoord?
A
schrijven
B
raken
C
vergissen
D
afwassen

Slide 8 - Quiz

Welk zinsdeel blijft over en benoem:
Thijs schaamt zich voor zijn jas.

Slide 9 - Open question

Welke van deze werkwoorden is geen verplicht wederkerend werkwoord?
A
verslapen
B
uitsloven
C
gedragen
D
wassen

Slide 10 - Quiz

Welke zinnen hebben een wederkerend werkwoord en wederkerend vnw?
A
Ik douche me vanavond.
B
Hij heeft haar geslagen.
C
Ik herinner me niets van die avond.
D
Ik heb mijn huiswerk gemaakt.

Slide 11 - Quiz

Welke werkwoorden zijn verplichte wederkerende werkwoorden?
A
Zich uitsloven
B
Zich gedragen
C
Zich wassen
D
Zich verdedigen

Slide 12 - Quiz

Waarom is wassen GEEN verplicht wed. ww?

Slide 13 - Open question

Waarbij hoort het wederkerend voornaamwoord?

Verplicht wederkerend werkwoord:


Toevallig wederkerend werkwoord:
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp

Slide 14 - Drag question

Bepaal of de werkwoorden verplicht of toevallig zijn.
Aankleden
Verwonden
Vermaken
Bezeren
Uitsloven
Verslikken
Verslapen
Bemoeien
Verplicht
wederkerende
werkwoorden
Toevallig
wederkerende
werkwoorden

Slide 15 - Drag question