Herhalingsles LE4

Leereenheid 4
1 / 23
next
Slide 1: Mind map
WelzijnMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leereenheid 4

Slide 1 - Mind map

Wat is leiding geven?

Slide 2 - Open question

Leiding geven is: 
Bij leiding geven is er interactie tussen lesgever en de deelnemer(s). De lesgever maakt ‘contact’ met de deelnemers en zij reageren daarop.

Slide 3 - Slide

Leiding geven betekent:
A
Inhoud bepalen
B
Commanderen
C
Manipuleren
D
Plannen en organiseren

Slide 4 - Quiz

Eigenschappen van een leider
A
Stoer
B
Geloofwaardig
C
Openheid
D
Vaardig

Slide 5 - Quiz

Delegeren is een sociaal-communicatieve vaardigheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Welke leiderschapsstijl hoort bij een lage betrokkenheid en hoge bekwaamheid?
A
participeren
B
opdragen
C
verkopen
D
delegeren

Slide 7 - Quiz

Welke eigenschap hoort bij welke stijl
Geen inspraak
Open communicatie 
sporters hebben veel inbreng in activiteit

Autoritaire leiderschapsstijl 
Laissez-faire leiderschapsstijl

Democratische leiderschapsstijl

Slide 8 - Drag question

Jeugdjaren
9-12 jaar
12-16 jaar
16-21 jaar
Adolescentie
Pre pubertijd
Pubertijd

Slide 9 - Drag question

Een puber weet al goed wie hij of zij is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welke ontwikkeling past NIET bij een puber?
A
Gaat in een studentenhuis wonen
B
groeispurt
C
meer haargroei
D
Leert lezen

Slide 11 - Quiz

Door de groeispurt kan een puber tijdelijk erg onhandig zijn. Hij groeit zo snel, dat hij zijn nieuwe lichaamslengte niet meer kan bijbenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

In welke levensfase is de kans op ontwikkeling het meest aanwezig?
A
De adolescent
B
De peuter
C
De puber
D
Het jonge schoolkind

Slide 13 - Quiz

12-16 jaar
16-21 jaar
Conformeert naar de groep
Gaat genuanceerd denken
Opzoek naar eigen identiteit
Kan emoties/impulsen onder controle houden
Kiest voor korte termijn
Puber
Adolescent
Wil niet opgaan in de groep
Maakt bewuste toekomst keuzes
Emotioneel "labiel"

Slide 14 - Drag question

Experimenteren in de puber fase, welke ken je?

Slide 15 - Mind map

Bij welke leeftijd past pesten?
A
De basisschool & middelbare school
B
Tot en met de adolescentie
C
Bij alle leeftijden
D
Oudere mensen

Slide 16 - Quiz

De dagbesteding varieert sterk en hangt sterk af van persoonlijke ambities. 
Onderscheid tussen dagbesteding, werk en vrije tijd wordt scherp gemarkeerd. 
Je hecht niet zoveel waarde aan uiterlijk, aan materieel en aan luxe, maar meer behoefte aan zaken die boven het persoonlijk leven uitgaan. 
Adolescentie
Volwassenheid
Ouderen

Slide 17 - Drag question

In welke fase ga je abstract, flexibel en complex over ideeën en problemen nadenken?
A
Adolescentie
B
Jong volwassenheid
C
Volwassenheid
D
De jonge oudere

Slide 18 - Quiz

Wat is geen sociaal-affectieve ontwikkeling?
A
De adolescent wordt realistischer
B
Nemen afstand van de thuissituatie
C
Informatie kan langer bewaard blijven
D
Verbeterde relatie met ouders

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er in de lichamelijke ontwikkeling?
A
Maximale lichaamslengte, Maximale spierkracht en Maximale aërobe uithoudingsvermogen
B
Abstract denken ontwikkelt zich
C
Ze ontdekken de wereld
D
Zwart / wit denken

Slide 20 - Quiz

Simone, 14 jaar, maakt zich zorgen over haar uiterlijk. Ze heeft last van puistjes en vindt zichzelf veel
te mager.
Met welk kenmerk van de puberteit heeft de ervaring van Sandra te maken?

A
met het vormen van een eigen mening
B
met de toename van oestrogeen
C
met een negatieve lichaamsbeleving
D
met een positief zelfbeeld

Slide 21 - Quiz

Ik ben klaar voor de toets!
A
Ja zeker!
B
Nee, heb nog wat vragen
C
Twijfelachtig

Slide 22 - Quiz

Evaluatie les
Hoe vind je deze les?

Slide 23 - Open question