Toets Bewegen 2025

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

De botten in je hoofd vormen je schedel.

1. waar
2. niet waar

Het borstbeen en de ribben vormen je borstkas.

1. waar
2. niet waar

Je heupbeenderen horen bij je bekken.

1. waar
2. niet waar

Je skelet zorgt ervoor dat je kunt bewegen.

1. waar
2. niet waar

De borstkas beschermt je hart, je longen, je lever en je maag.

1. waar
2. niet waar

Zet de juiste naam bij de botjes van de hand.

middenhandsbeentjes

handwortelbeentjes

ellepijp

spaakbeen

vingerkootjes

halswervels

borstwervels

lendenwervels

heiligbeen

staartbeen

Deze wervels zijn vergroeit.

1. halswervels
2. borstwervels
3. lendenwervels
4. heiligbeen

Deze wervels zitten vast aan het borstbeen.

1. halswervels
2. borstwervels
3. lendenwervels
4. heiligbeen

Benoem de onderdelen 1 en 2.

1. 1 = lijmstof 2 = kalk
2. 1 = kalk 2 = lijmstof
3. 1 = kraakbeencel 2 = lijmstof
4. 1 = lijmstof 2 = kraakbeencel

Benoem de onderdelen 1, 2 en 3.

1. 1 = lijmstof 2 = kalk 3 = beencel
2. 1 = kalk 2 = ader 3 = beencel
3. 1 = lijmstof 2 = beencel 3 = kalk
4. 1 = beencel 2 = ader 3 = kalk

Vul de tabel in.

kalk

kalk

lijmstof

lijmstof

stevig

buigzaam

Oude mensen breken hun botten sneller door:

1. een tekort aan lijmstof
2. een tekort aan kalkstof
3. een tekort aan beide

De wervelkolom kan schokken opvangen door de S-vorm.

1. waar
2. niet waar

Kraakbeenschijven veren terug nadat ze zijn ingedrukt.

1. waar
2. niet waar

Het ruggenmerg ligt in het wervellichaam.

1. waar
2. niet waar

Het ruggenmerg bestaat uit zenuwcellen en zenuwen.

1. waar
2. niet waar

Benoem de onderdelen van de wervelkolom.

ruggenmerg

zenuwen

kraakbeenschijf

wervel

Om welke botverbindingen gaat het?

vergroeiing

naadverbinding

kraakbeenverbinding

gewricht

Hier vind je de meest beweeglijke verbinding tussen botten.

1. borstkas
2. arm
3. schedel
4. wervelkolom

Hier vind je een vergroeiing van botten.

1. borstkas
2. arm
3. schedel
4. wervelkolom

Hier zitten de ribben met kraakbeen vast aan een bot.

1. borstkas
2. arm
3. schedel
4. wervelkolom

gewrichtssmeer

gewrichtskapsel

gewrichtsband

kraakbeen

gewrichtskom

gewrichtsknobbel

Gewrichtssmeer wordt geproduceerd door ...

1. Gewrichtskapsel
2. Gewrichtsbanden
3. Kraakbeenlaagje

Het enkelgewricht is extra verstevigd door ...

1. Gewrichtskapsel
2. Gewrichtsbanden
3. Kraakbeenlaagje

Dit gewricht kan ronddraaien.

1. kogelgewricht
2. rolgewricht
3. scharniergewricht

Dit gewricht is een verbinding tussen ellepijp en opperarmbeen.

1. kogelgewricht
2. rolgewricht
3. scharniergewricht

Dit gewricht is een verbinding tussen ellepijp en spaakbeen.

1. kogelgewricht
2. rolgewricht
3. scharniergewricht

Welk gewricht zie je in de afbeelding en welk lichaamsonderdeel hoort daarbij?

rolgewricht

scharniergewricht

kogelgewricht

knie

elleboog

heup

Welke spier heb je nodig om je arm te kunnen buigen?

1. 1
2. 2

Is spier 2 in het plaatje samengetrokken of ontspannen?

1. samengetrokken
2. ontspannen

Benoem de onderdelen van de spier.

spier

spierbundel

spiervezel

pees

Dit onderdeel trekt samen wanneer je een spier aanspant.

1. 1
2. 2
3. 5
4. 7

Welke soort spieren zie je hiernaast afgebeeld?

1. 1 = kringspier 2 = lengtespier
2. 1 = lengtespier 2 = kringspier

Welke blessure staat er afgebeeld?

botbreuk

ontwrichting

verstuiking

Bij welke spierblessure hoort de volgende bewering?
"Hierbij beschadigen ook bloedvaatjes in de huid."

1. spierkneuzing
2. spierkramp
3. spierpijn
4. spierscheuring

Bij welke spierblessure hoort de volgende bewering?
"De spier voelt hard aan en doet pijn."

1. spierkneuzing
2. spierkramp
3. spierpijn
4. spierscheuring

Bij welke spierblessure hoort de volgende bewering?
"Dit wordt ook wel een zweepslag genoemd."

1. spierkneuzing
2. spierkramp
3. spierpijn
4. spierscheuring

Bij welke spierblessure hoort de volgende bewering?
"Afvalstoffen hopen zich op."

1. spierkneuzing
2. spierkramp
3. spierpijn
4. spierscheuring

Wat is onderdeel 2,3,4

1. sleutelbeen, opperarmbeen, ellepijp
2. schouderblad, opperarmbeen, spaakbeen

Dit is kraakbeenweefsel. Wat is onderdeel 2?

1. lijmstof
2. kraakbeencel

Welke beenverbinding is niet beweeglijk?

1. 1,3
2. 2,3
3. 1,2
4. 2,4

Wat is onderdeel 2, 5, 3?

1. gewrichtsband, gewrichtssmeer, kraakbeen
2. gewrichtskapsel, gewrichtssmeer, kraakbeen

Welk nummer is het rolgewricht?

1. 1
2. 2
3. 3

Wat zie je in de afbeelding voor blessure?

1. botbreuk
2. verzwikking
3. zweepslag

Plotseling en krachtige samentrekking van een spier

1. spierkramp
2. spierpijn
3. spierscheuring

Blauwe plek

1. spierpijn
2. spierscheuring
3. spierkneuzing

Blessure waarbij afvalstoffen achter blijven in het lichaam:

1. spierscheuring
2. verzwikking
3. verstuiking
4. spierpijn