Paragraaf 1.6 Het landschap in Laag Nederland

2 x Drie vragen
  1. Waar zie je de stuwwallen nog terug?
  2. Uit welk materiaal bestaan die stuwwallen? 
  3. Waarom is het bij de pijl geen aaneengesloten stuwwal meer?
1 / 54
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 54 slides, with text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2 x Drie vragen
  1. Waar zie je de stuwwallen nog terug?
  2. Uit welk materiaal bestaan die stuwwallen? 
  3. Waarom is het bij de pijl geen aaneengesloten stuwwal meer?

Slide 1 - Slide

Drie vragen
1. Waar komt het dekzand vandaan in de hogere delen van Nederland? 
2. Waarom is dekzand geen vruchtbare grond? 
3. Hoe maakten ze vroeger de grond vruchtbaar? 

Slide 2 - Slide

Het landschap in Laag-Nederland

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het landschap in Laag-Nederland is ontstaan.
  • Je kunt vertellen welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich te beschermen tegen het water.
  • Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waddenzeen en moerassen
Het verhaal van Laag-Nederland begint na de laatste ijstijd in het Holoceen 
  • Wat gebeurde er?
pleistoceen (Afwisseling warm en koud)
holoceen (warm)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

1. Uiteindelijk brak de strandwal op verschillende plekken door. 
2. Het achterliggende veengebied stroomde vol met zout water en de Waddenzee was geboren. 
3. Er ontstond een uitgebreid netwerk van kwelders en moerassen en allerlei grote en kleine eilanden.

Slide 11 - Slide

Veen
Veen is een nat, sponsachtig bodemtype dat voornamelijk bestaat uit gedeeltelijk vergane plantenresten en wordt vaak gevonden in moerasachtige gebieden.
Zeeklei
Zeeklei is een kleiachtig sediment dat door de zee is afgezet in kustgebieden en vaak voorkomt in voormalige waddengebieden en polders.

Slide 12 - Slide

Ook in West-Nederland was de stijging van de zeespiegel belangrijk

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ook in west-NL

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Landaanwinning door de mens

Slide 18 - Slide

Uitleg


Terp
Bewoners van Laag-Nederland beschermden hun gebouwen tegen overstromingen. Dit deden ze door een kunstmatige heuvel op te werpen waar bovenop ze de gebouwen bouwden. Dit worden terpen genoemd. De plaats Usquert in Groningen is zo ontstaan.
Dijk
Na een aantal eeuwen hielpen de terpen niet genoeg meer om droge voeten te houden. Ook werden de gemeenschappen steeds groter. Uiteindelijk werden de terpen met elkaar verbonden. Zo ontstond er een dijk om het water buiten de deur te houden. Het buitendijkse gebied kende nog steeds sedimentatie, waardoor het binnendijkse gebied lager kwam te liggen.
Wad
Onze Waddenzee is Unesco-erfgoed. Dit waddengebied is uniek in de wereld. In deze ondiepe zee ontstaan er zandbanken. Het zeewaterpeil is afhankelijk van de getijden; bij eb zijn de zandbanken hoger en bij vloed staat alles onder water. 
Polder
"God created the Dutch, the Dutch created the Netherlands". Wij zijn kampioen landaanwinning. Al sinds de middeleeuwen bouwen wij machines om binnendijks moerassig gebied te ontwateren. Deze polders worden tegenwoordig ontwaterd door gemalen

Slide 19 - Slide

Landaanwinningswerken

Slide 20 - Slide

Ontstaan van de kleibodem
  • Voordat er dijken waren, had de zee vrij spel.
  • Er ontstonden kleine duinen, waar de zee bij vloed soms doorheen stroomde. 
  • In de plassen achter de duin werd klei afgezet. Zie de afbeelding hiernaast maar eens. 

Slide 21 - Slide

Veen bovenop klei
  • Klei laat maar moeilijk water door. Daardoor ontstonden plassen (kleine meertjes)
  • In die plassen groeiden planten, die stierven en op de bodem zich opstapelden.
  • Zonder zuurstof verrotten planten niet. Het pakket werd steeds dikker: Het vormde veen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Veenpolder
Een veenpolder was vroeger een veenmoerras. De boeren maakte deze geschikt voor landbouw door het gebied te ontwateren. (sloten graven) Door de ontwatering zakte het land in. Het veen is massaal afgegraven. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Droogmakerij
Kaart droogmakerij

Slide 27 - Slide

Ontstaan landschap Laag-NL v.a. 10.000 jaar BP
  • Deze periode heet Holoceen
  • temperatuur steeg, zeespiegel ook.
  • klei werd afgezet achter de duinen.
  • veen ontstond in moerassen achter de duinen

Slide 28 - Slide


Slide 29 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2

Werk alleen en in stilte

timer
5:00

Slide 30 - Slide

Vraag 1A
De grond in Hoog-Nederland is ouder dan tienduizend jaar
  • goed
De grond in Laag-Nederland is ontstaan door een snelle zeespiegelstijging
  • fout
De grond in Laag-Nederland is ouder dan tienduizend jaar 
  • fout






Slide 31 - Slide

Vraag 1B
De duinen zijn op / voor / achter de zandbanken ontstaan.
Klei en veen zijn op / voor / achter de zandbanken ontstaan

  • De duinen zijn op  de zandbanken ontstaan.
  • Klei en veen zijn  achter de zandbanken ontstaan

Slide 32 - Slide

Vraag 1C
Waardoor waren zandbanken heel belangrijk voor de
vorming van klei en veen?

  • Waddenzeeën en moerassen ontstaan alleen als er bescherming is tegen de sterke stroming van zee. Zandbanken zorgden hiervoor

Slide 33 - Slide

Vraag 2A
De mens heeft ervoor gezorgd dat Laag-Nederland bij vloed
niet onderloopt. Maar de natuur helpt ook een handje. Hoe
kun je dat zien op de kaart?

  • Voor een deel beschermen de duinen LaagNederland tegen de zee.

Slide 34 - Slide

Vraag 2B
De stippellijn in figuur 23 verdeelt Nederland in twee
gebieden. Welk gebied is Hoog-Nederland?

  • Ten oosten van de stippellijn.

Slide 35 - Slide

Vraag 2C
Noteer achter de letters A tot en met F de juiste grondsoort.
Kies uit: zand – zeeklei – veen – rivierklei – löss – duinzand.

  • A = zand, B = zeeklei, C = veen, D = rivierklei,E = duinzand, 
  • F = löss

Slide 36 - Slide

Vraag 2D
Welke grondsoorten komen vooral voor in Hoog-Nederland,
welke in Laag-Nederland en welke in allebei? Vul de tabel in

  • Hoog Nederland: zand en Loss
  • Laag Nederland: zeeklei en duinzand
  • Hoog en laag Nederland: klei, rivierklei en veen

Slide 37 - Slide

Invloed van de mens (bedijking)

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Invloed mensen op landschap
  • aanleggen woonheuvels of terpen (wierden)
  • terpen verbinden met dijken.
  • ontstaan polders (=gebied tussen dijken waar waterstand geregeld kan worden).

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Link

Soorten polders
  • Zeepolders: stukken opgeslibt land werden bedijkt.
  • Veenpolder: veen werd gewonnen --> meer --> water uit meer gepompt --> veenpolder
  • droogmakerij: een voormalig meer wordt omdijkt en leeggepompt

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Soorten polders: zeekleipolder
Welke kenmerken zie je? Noteer!

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

soorten polders: veenpolder
Welke kenmerken zie je? Noteer!

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video

soorten polders: droogmakerij
Welke kenmerken zie je? Noteer!

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het landschap in Laag-Nederland is ontstaan.
  • Je kunt vertellen welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich te beschermen tegen het water.
  • Je kunt een landschap in Laag-Nederland herkennen.

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide