Unit 2.2 All Right MAX 2 HV past simple

Unit 2, Lesson 2: past simple
Unit 2.2:
the past simple
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Unit 2, Lesson 2: past simple
Unit 2.2:
the past simple

Slide 1 - Slide

As homework for today, you had to do:

opdracht 5 (from 2.2)

Have a look at that exercise.

You had to read a text (Racing Downhill!) and then fill in the past simple forms for some verbs.

past simple = o.v.t (onvoltooid verleden tijd)

Slide 2 - Slide

De werkwoorden die je moest invullen bij opdracht 5 waren allemaal onregelmatige werkwoorden:

be (zijn) - was / were                keep (houden) - kept
fall (vallen) - fell                          leave (weggaan) - left
feel (voelen) - felt                       read (lezen) - read [spr: red]
give (geven) - gave                    tell (vertellen) - told
go (gaan) - went                        think (denken) - thought
have (hebben) - had

Slide 3 - Slide

*De vetgedrukte woorden hieronder zijn dus allemaal de past simple van onregelmatige werkwoorden:

be (zijn) - was / were                keep (houden) - kept
fall (vallen) - fell                          leave (weggaan) - left
feel (voelen) - felt                       read (lezen) - read [spr: red]
give (geven) - gave                    tell (vertellen) - told
go (gaan) - went                        think (denken) - thought
have (hebben) - had

Slide 4 - Slide

Als je dus bijvoorbeeld in het Engels wil zeggen:

Ik viel gisteren van mijn fiets, of:
Ik dacht dat ik het geld had, dan zeg je:

I fell off my bike yesterday.

I thought (that) I had the money.




Slide 5 - Slide

Hoe maak je ook alweer de past simple van regelmatige werkwoorden?

Slide 6 - Mind map

Past simple -->regelmatige ww:
Er komt -ed achter het werkwoord:

walk (lopen) - walked
remember (herinneren) - remembered
use (gebruiken) - used
visit (bezoeken) - visited

Slide 7 - Slide

En hoe moest je ook weer vragen en ontkenningen maken in de past simple?

Slide 8 - Mind map

Vragen/ontkenningen in de p.s:
Als je in de past simple een vraag of een ontkenning moet maken, heb je DID of DIDN'T + hele werkwoord nodig, of een vorm van BE:

Did you see John this morning?
No, I didn't see John. Where was he?
didn't know that he was ill.


Slide 9 - Slide

Maak vragend: They were late.

Slide 10 - Open question

Maak ontkennend: I went home after school.

Slide 11 - Open question

Maak vragend: I tried to talk to her.

Slide 12 - Open question

Now turn to page 270 in your book

Op blz 270  staat een belangrijke lijst, namelijk de lijst met onregelmatige werkwoorden in het Engels.

Je kunt daar zien wat de onregelmatige ww. zijn, en wat de past simple is van die ww. 

Slide 13 - Slide

Now go to exercise 6 (2.2)
We'll do this exercise together. When we've finished, you can do exercise 7 too.



Slide 14 - Slide

Lesson 3 (2.3):
exercises:

1 (+ video)
2 + 6 (use the word list on p. 84-85)
4 (+ audio)
7 (+ audio)

Slide 15 - Slide