brandaan thema 1 samenvatting

Brandaan thema 1
les 4, samenvatting

Nodig:
Boek, bladzijde 20 en 21
werkboek
pen


1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Brandaan thema 1
les 4, samenvatting

Nodig:
Boek, bladzijde 20 en 21
werkboek
pen


Slide 1 - Slide

De eerste boeren in Nederland woonden in Zuid-Limburg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

In die eerste dorpen woonden meer dan 1000 mensen
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
        

Slide 4 - Slide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 5 - Slide

Kerndoel 53
het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
boeren zetten de natuur naar hun hand
boeren hebben vaste woonplaatsen
boeren hebben meer persoonlijk bezit; groter verschil tussen arm en rijk
boeren zijn afhankelijk van de natuur: verband met vereren van geesten en goden
denken over leven en dood: geloof in een hiernamaals

Slide 6 - Slide

Doel van deze les:
We gaan alle begrippen van de eerdere lessen nog een keer herhalen.

Wie weet nog waar we het over gehad hebben?

Slide 7 - Slide

Leven in de natuur
 De jagers leefden in de prehistorie (dat is de tijd van heel lang geleden) in de natuur.
Dat was best gevaarlijk en zwaar.
De mannen moeten jagen op allerlei soorten dieren om te eten. 
En ook vangen ze vissen in de rivier.
De vrouwen en kinderen verzamelden allemaal eetbare dingen uit de natuur. Bessen, eetbare wortels van planten, enzovoort.

Slide 8 - Slide

Leven in de natuur
 Als er niet genoeg dieren meer zijn, trekt de groep naar een ander gebied
Jagers wonen dus nooit op een vaste plaats. Ze wonen in tenten of grotten.
Dat noem je nomaden
In de natuur vinden de jagers alles wat ze nodig hebben.
Bijvoorbeeld brandnetels, waar soep van gemaakt kan worden. 

Slide 9 - Slide

Toendra
Vroeger was het veel kouder in Nederland. Er lag er veel sneeuw en ijs. Er groeiden toen nog weinig bomen. 
Nederland zag er heel anders uit dan nu.

Slide 10 - Slide

het rendier
de mammoet

Slide 11 - Slide

vroeger
nu

Slide 12 - Slide

De jagers en boeren konden niet schrijven.
Waarom weten we toch zoveel van de prehistorie? 
We weten zoveel omdat archeologen bij opgravingen oude spullen hebben gevonden, zoals potten, speerpunten en gereedschap. 

Slide 13 - Slide

Rotstekeningen
We weten best veel uit de tijd van de jagers en de boeren (de prehistorie).

Er zijn ook rotstekeningen gevonden waar we veel van hebben geleerd over hoe mensen toen leefden en op welke dieren ze jaagden.

Slide 14 - Slide

Landbouw
  • Eerste boeren leefden van de jacht.
  • Later gaan boeren ook vee houden: veeteelt
  • Hadden nu vaste woonplaats!
  • Eerste huisdieren.

Slide 15 - Slide

Een boerderij en eerste dorpen
Boerderij gemaakt van:
 - leem (soort klei)
- houten vlechtwerk
- stro op het dak
- Was 8 tot 10 meter lang!
- er woonden 20-50 mensen in een dorpje

Slide 16 - Slide

QUIZ

Slide 17 - Slide

In de prehistorie was het ...
A
heel warm
B
hetzelfde als nu
C
heel koud

Slide 18 - Quiz

Wat deden de vrouwen in de prehistorie?
A
jagen
B
planten en bessen verzamelen

Slide 19 - Quiz

Wat deden de mannen in de prehistorie?
A
jagen
B
planten en bessen verzamelen

Slide 20 - Quiz

Welke kleren hadden mensen aan in de prehistorie?
A
Geen kleren.
B
Huiden van dieren.
C
Bladeren
D
Plastic zakken.

Slide 21 - Quiz

Waar woonden de mensen in de prehistorie?
A
iglo
B
huis van boomstammen
C
tent of grot
D
in een hol in de grond

Slide 22 - Quiz

Hoe zag Nederland eruit in de prehistorie?
A
er lag veel ijs, weinig bomen
B
strand
C
hetzelfde als nu
D
met palmbomen

Slide 23 - Quiz

Wat deden ze niet in de prehistorie?
A
Ze speelden met elkaar.
B
Ze gingen soms zwemmen in een beek.
C
Brood kopen in de winkel en drinken uit de kraan.
D
Een speer en pijl en boog maken.

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je iemand die onderzoek doet naar vroeger?
A
Architect
B
Archeoloog
C
Geograaf

Slide 25 - Quiz

Mensen zonder vaste woonplaats noem je:
A
Nomaden
B
Prehistorie

Slide 26 - Quiz

Jagers/verzamelaars waren geen nomaden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Wat is het verschil tussen nomaden en boeren?
A
Boeren trekken van plek naar plek en nomaden wonen op één plek.
B
Nomaden trekken van plek naar plek en boeren wonen op één plek.

Slide 28 - Quiz

Het eerste huisdier was een
A
kat
B
hond

Slide 29 - Quiz

Lezen en maken
Boek bladzijdes 20 en 21
Maken werkboek opdrachten stap 1 en 2

Klaar? '
Ga verder met je werkboekje 'Jagers en boeren'.
timer
10:00

Slide 30 - Slide

Wat heb je geleerd?
  • Wat prehistorie is ✔
  • Dat jagers/verzamelaars leven van de natuur ✔
  • Dat jagers nomaden zijn ✔
  • Dat jagers/verzamelaars afhankelijk zijn van de natuur ✔
  • Dat de eerste boeren in Zuid-Limburg Nederland binnenkwamen

Slide 31 - Slide