H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen



2 mavo
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen



2 mavo

Slide 1 - Slide

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: vertrouwen op, beschikken over, zich schamen voor.

Slide 2 - Slide

Vast voorzetsel

De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen zijn woordcombinaties die je kunt vervangen door één woord.

Bekijk de volgende voorbeelden maar eens.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat betekent subtieler?
A
kleiner
B
slimmer
C
minder opvallend
D
uitgekiender

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het woord conservatief?
A
tegenwoordig
B
controle
C
ouderwets
D
modern

Slide 10 - Quiz

Wat betekent: het spreekt boekdelen?

Slide 11 - Open question

Geef een synoniem voor markant

Slide 12 - Open question

Wat betekent realistisch?

Slide 13 - Open question

voorzetsels

Slide 14 - Slide

Voorzetsel invullen:
Onderzoek doen.....iets

Slide 15 - Open question

Voorzetsel invullen: we worden bestookt......reclame.

Slide 16 - Open question

Oefen met voorzetsels.

Klik door naar de oefeningen van CambiumNed.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Maak nu de opdrachten in je boek.

Woordenschat - opdr. 1 t/m 6
Blz. 143 t/m 146

Slide 19 - Slide