Filosofie Nieuwe Tijd - Spinoza + Kant

1 / 32
next
Slide 1: Slide
FilosofieSecundair onderwijs

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

4. De Nieuwe Tijd
4.1 De context van de Nieuwe Tijd
4.2 Desiderius Erasmus: Lof der Zotheid
4.3 René Descartes: methodisch twijfelen 
4.4 Filosofen over God: Pascal en Spinoza
4.5 Immanuel Kant

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat heb je onthouden over Blaise Pascal?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welk kernwoord past volgens jou het best bij Spinoza?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

4.5 Immanuel Kant
Duitser (1724-1804) 

 ‘Sapere aude'

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

De ethiek van Kant

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Immanuel Kant
pleitte voor de autonomie (=zelfstandigheid) van de mens die
zich voor zijn ethische handelen als rationeel wezen beroept op de rede. 

Met andere woorden: de mens kan door rationeel nadenken zelf weten hoe hij goed moet handelen.

Slide 25 - Slide

Het goed handelen is
onafhankelijk van de situatie of de gevolgen ervan, altijd en voor iedereen geldig. (in tegenstelling tot de gevolgenethiek)

Daarom formuleerde Kant zijn categorische imperatief: ‘Handel zo, dat de stelregel van uw wil tegelijkertijd altijd als stelregel van een algemene wetgeving kan gelden.’ (zie volgende slides)

Slide 26 - Slide

‘Handel zo, dat de stelregel van uw wil tegelijkertijd altijd als stelregel van een algemene wetgeving kan gelden.’
Met andere woorden: Je moet zo handelen, dat als iedereen zo handelt het een goede zaak zou zijn.

Slide 27 - Slide

Categorische imperatief
Imperatief betekent dat een persoon iets moet doen.
Voor wie bijvoorbeeld geen dorst meer wil hebben, is het noodzakelijk dat hij iets drinkt. 

Een imperatief is ‘categorisch’, wanneer het ten alle tijden en in alle situaties waar is. 

Slide 28 - Slide

Formuleer de categorisch imperatief in je eigen woorden.
A
handel nooit alleen
B
handel zoals je zou willen dat iedereen zou handelen.
C
handel zoals je moeder zou handelen
D
handel zoals de politiek zegt dat je moet handelen

Slide 29 - Quiz

Kant doet een beroep op de intrinsieke of wezenlijke goede bedoeling, en zet de autonomie van de wil
centraal. Wanneer je immers bepaalt wat het juiste is om te doen, dan komt die beslissing uit jezelf. 
Je laat je oordeel niet afhangen van wat een godsdienst voorschrijft of van iemand anders die zou straffen of belonen. Kant rekent op het onafhankelijk denkvermogen van de mens als basis van de categorische
imperatief.  
 

Slide 30 - Slide

De categorische imperatief legt de dubbelzijdigheid van jouw rechten bloot. Anderen hebben namelijk dezelfde rechten als jij, wat inhoudt dat jij plichten hebt tegenover anderen. 
Als je als mens geboren
wordt, heb je bijvoorbeeld recht op een naam. Maar dat houdt in dat jij zelf de morele plicht hebt om de ander ook bij zijn naam aan te spreken (en geen scheldwoorden of vernederende bijnamen te gebruiken).

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide