Rouw en verliesverwerking

Verlies 
en 
Rouwverwerking
1 / 42
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verlies 
en 
Rouwverwerking

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen
  • 5 fasen van rouw
  • hoe wordt rouwen vormgeven
  • houdingsaspecten bij het begeleiden van mensen met verlies
  • Het omgaan met familie en mantelzorgers, na overlijden van een dierbare
  • het omgaan met overlijden van een medebewoner onderscheid tussen revalidatie en somatiek en PG.
  • En wat is belangrijk bij het organiseren van een herdenkingsbijeenkomst.





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat weet je al over
rouwverwerking

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

2. Spreek je alleen van rouwen bij het verlies aan de dood?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

wie rouwt er eigenlijk en waar wordt er om gerouwd?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Is rouwen voor iedereen hetzelfde?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

rouwen is een eenmalig proces
A
ja, als de rouwfasen zijn doorlopen dan stopt het rouwen
B
ja, dat gebeurt alleen in het begin
C
nee, dat komt vaker terug
D
nee, dat is altijd aanwezig

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

wat wordt er verstaan onder chronische rouw?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Definities van rouw
  • Rouwen is jouw proces om jezelf aan te passen aan die totaal veranderde situatie. 
  • Het totaal van gevoelens, gedachten en gedrag dat ontstaat ten gevolge van het permanent missen van iets of iemand dierbaars.
  • Een combinatie van emotionele, mentale, lichamelijke, spirituele en gedragsmatige reacties op verlies  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken bepalend voor rouwreacties

  • de relatie met de overledene.
  • de leeftijd van de overledene.
  • geslacht van de rouwende.
  • de vooraf bestaande lichamelijke en geestelijke toestand van de rouwende (zelf ziek zijn, mentale sterkte, etc.)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

rouw reactie groepen
emotionele (verdriet, angst, agressie, opluchting, tevredenheid)
mentale (verward, gespannen, hopeloos, zelfmoordgevoelens)
lichamelijke (hoofdpijn, slaapproblemen, eet probleem)
spirituele (eenzaamheid, verlies van levenslust, angst voor eigen  dood)
gedrag (zoekgedrag, nerveus gedrag, opgewonden gedrag)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Symptomen en 4 dimensies
Psychisch domein:​

  • Depressie​
  • Angst​
  • Delier
  • Omgang met ziekte




Sociaal domein:
  • Eenzaamheid​
  • Financiële problemen​ 
  • Relationele problemen​ 
  • “Ik ben nog nodig”​
  • Contact met naasten
Fysiek domein:

  • Pijn​
  • Benauwdheid​/kortademigheid
  • Vermagering​
  • Vermoeidheid​
  • Onrust



Verwerkingsdomein:
  • Spiritueel lijden​
  • Zinloosheid​
  • Doodsangst​
  • Afhankelijkheid​
  • “Ik wil niet sterven

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

anticiperende rouw
Men ziet het einde aankomen en kan zich voorbereiden.
Voordeel; er is tijd om waardig afscheid te nemen, dit kan de gevoelens verlichten.
Nadeel; bij snel overlijden kan het gevoel van in de steek gelaten worden optreden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk bij rouw
- Rouw is geen stappenplan 
- Sommige mensen slaan fasen over
- Sommige mensen blijven lang in een fase hangen 

De 5 fasen zijn herkenbaar in elke emotionele reactie op persoonlijke trauma en verandering.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

rouw model
Er bestaan verschillende manieren (modellen) die aangeven hoe een rouwproces verloopt. 
Deze modellen kunnen aangeven in welke fase men zit en welke zorg misschien nodig is.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Dr. Elisabeth Kübler-Ross (1926 – 2004) 

Slide 17 - Slide

Elisabeth Kübler-Ross onderscheidde in het rouwproces 5 fasen. Ze beschouwde rouw echter niet als een lineair proces, dat iedereen stap voor stap doorloopt.
Bij iedereen verloopt het rouwproces anders. Sommige mensen slaan fasen over. Anderen blijven lang in één fase hangen of hernemen een eerdere fase. Ook verlieservaringen uit het verleden bepalen mee hoe iemand vandaag omgaat met rouw.
5 fases rouwverwerking

1. Ontkenning
2. Woede
3. Onderhandelen
4. Verdriet en depressie
5. Aanvaarding

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

fasen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

wat is de juiste volgorde van de 5 fasen van rouw volgens Kubler Ross
A
boosheid - gevecht-aanvaarding - depressie-ontkenning
B
begrip- gevecht- boosheid-ontkenning- depressie
C
ontkenning- boosheid- gevecht- aanvaarding-depressie
D
ontkenning-boosheid-gevecht- depressie- aanvaarding

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Stroebe en Schut duaalmodel

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

William Worden

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Modellen
Waar het bij alle modellen op neer komt is een einddoel waarbij het leven doorgaat na het verlies.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

 interventies 
  • verlies vaststellen en definiëren
  • stimulering tot uiting van gevoelens
  • begrip tonen
  • ondersteuning bij individuele coping strategieën
  • uitleg geven over de fase van rouw
  • stimulering van spirituele/ culturele/ religieuze uitingen
  • bied een luisterend oor aan

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Rouw en verlies in verschillende culturen
Rouw reacties zijn niet universeel
Iedere mens/cultuur kijkt anders naar rouw en verlies

- Kennis hebben hierover is belangrijk omdat: 
      je mensen uit verschillende culturen verzorgt
      ieder mens andere rituelen en gebruiken heeft bij dit thema.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Rituelen zijn:
  • Handelingen die emoties oproepen.
  • Vertrouwd voor bepaalde mensen
  • Komen vaak voort uit oude tradities
  • Geven aan dat het leven doorgaat. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Rituelen:
  • Bieden houvast
  • Helpen bij afscheid nemen
  • Scheppen ruimte om een nieuwe fase te starten.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Culturen en religie
Christendom / Katholicisme 
Christendom
  • Thuis of rouwcentrum
  • Begravenis binnen drie en vijf dagen na overlijden
  • Moment om nog één keer afscheid te nemen
  • Meestal begraven


Katholicisme 
  • Bediend --> gods nabijheid
  • De avond voor de uitvaart een avondwake
  • Cremeren of begraven

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt er afgekeurd in de rooms-katholieke kerk wanneer iemand ernstig ziek is en binnenkort komt te overlijden?
A
Medicijnen
B
Bedienen
C
Euthanasie
D
Hulp van buitenaf (thuiszorg)

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Boeddhisme + Hindoeïsme
Boeddhisme:
  • Reïncarnatie 
  • Cremeren
  • bidden 49 dagen durende begrafenisperiode  --helpend bij Reïncarnatie 

Hindoeïsme
  • Bevrijding van het lichaam --> Lichaam wordt verbrand
  • Rouwplechtigheden duurt 12 dagen
  • Kinderen mogen niet trouwen het eerste jaar na het overlijden --> afgesloten met een herrineringsmaaltijd

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat raadt het boeddhisme aan wanneer de overledene in een bepaalde houding moet worden neergelegd?
A
Rechterzijde draaien
B
Dezelfde houding als hoe de Boeddha is gestorven
C
Linkerzijde draaien
D
Een gestrekte houding

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Rituelen spitsen zich vooral toe op: 
• Het verzorgen van de overledene  
• Het opbaren van de overledenen
• Het rouwbezoek
• Maaltijden voor de rouwbezoekers
• De dodenherdenkingsdagen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij het organiseren van een herdenkingsbijeenkomst.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Rouw ondersteuning
We rouwen allemaal op onze eigen manier.
Om goed aan te kunnen sluiten en de ander te begeleiden is het goed om de ander te kennen, meer over diegene te weten.
Bijvoorbeeld is iemand een prater of juist niet.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Rouw en verlies GHZ

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Verstandelijke beperking
  • Vaak afhankelijk van de begeleiding van ouders of verzorgers om hun gevoelens vorm te geven. 

  • Willen deze mensen beschermen

  • Ze worden er toch wel mee geconfronteerd



Denk aan:
Huisdieren, ouders, verzorgers, huisgenoten etc. 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Periode voor overlijden
  • Proces van afscheid nemen.

  • Bereid de cliënt goed voor als je op bezoek gaat bij iemand die ernstig ziek of stervende is. 

  • Probeer op hun niveau uit te leggen dat de ander gaat sterven door ouderdom of ziekte en probeer hier zo open en eerlijk over te zijn.

  • Niks forcereen --> cliënt bepaalt wat hij wel of niet wil --> laten wennen aan het idee

 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Het overlijden
Cliënt inlichten: Neem hiervoor de tijd en zoek een plek waar je niet gestoord wordt en waar de cliënt zich veilig voelt. 
Informatie doseren en observeren

• Geef concrete en heldere antwoorden. Mensen met een verstandelijke beperking stellen ook vaak concrete vragen, zoals: wordt opa nu nat onder de grond als het regent en moet hij zand eten?

• Leg ook uit dat een overledene er anders uit kan zien en koud aanvoelt. Hiermee voorkom je paniek of angst. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Het afscheid
Cliënten aanwezig zijn -->Zo kunnen ze de dood uiteindelijk een beter plekje geven. 

Mensen met een laagniveau kunnen al veel begrijpen bij het horen, zien en ruiken van bijvoorbeeld boeketten

Niet dwingen om mee laten gaan.--> kijk naar de reactie van de cliënt -->eigen tempo bepalen.

Het kan belangrijk zijn dat de cliënt voelt en ziet dat de familie verdrietig is. De kans dat de cliënt daardoor zelf zijn verdriet kan uiten wordt hierdoor vergroot.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Cliënt betrekken
Voorbeelden van ''taken'' die je samen met de cliënt kan doen:

• Helpen met het uitkiezen van een rouwkaart of bloemstuk.
• Postzegels plakken op rouw-enveloppen.
• Het dragen van bloemen bij de uitvaart.
• Een liedje zingen, gedicht voorlezen.
• Een tekening laten maken of een knuffel meegeven in of op de kist.
• Kaarsen aansteken
• Ballonnen oplaten

Slide 42 - Slide

This item has no instructions