1) Maak de opdrachten. Aan de zin kun je zien of je tegenwoordige tijd of verleden tijd moet invullen, dus lees de zin elke keer zorgvuldig.
> Als pvtt én pvvt kan, dan kies je PVTT!
> Schrijf je antwoorden zonder hoofdletters en zonder de komma ertussen.
2) Gebruik ook zeker je stroomdiagram voor ww-spelling bij deze toets, maar besef ook zeker dat je bij het echte pw het stroomdiagram er niet bij mag houden.