PGO_periode 2 les 5 c21 Normen, waarden en inlevingsvermogen

Praktijkgerichte omgangskunde
Periode 2 les 5: Normen, waarden en inlevingsvermogen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BurgerschapLOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Praktijkgerichte omgangskunde
Periode 2 les 5: Normen, waarden en inlevingsvermogen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerpen deze les
  • waarden en normen bepalen je gedrag;
  • waar komen jouw waarden en normen vandaan?;
  • Inlevingsvermogen en empathie
  • veranderende waarden en normen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn waarden denk jij?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Waarden
Een waarde is iets dat belangrijk is, iets van ‘waarde’. Iets dat je wenselijk vindt, iets wat je na wilt streven. Een waarde is meestal één enkel woord, bijvoorbeeld: eerlijkheid, hulpvaardigheid, vriendelijkheid enz.


Slide 4 - Slide

Waarden kun je omschrijven als de idealen of overtuigingen van een groep mensen. Zaken die belangrijk worden gevonden en het nastreven waardig zijn. Vanuit waarden ontstaan gedragsregels (normen). Vandaar dat deze twee woorden zo vaak samen worden gebruikt.
Welke 3 waarden zijn voor jou het belangrijkste?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Normen
Om waarden na te kunnen leven, dan horen daar ongeschreven gedragsregels bij. Dat noemen we dan de norm, bijvoorbeeld: 

Norm bij beleefdheid-> oudere mensen met U aanspreken.

Norm bij respect-> iemand uit laten praten

Slide 6 - Slide

Er kunnen meerdere normen (gedragsregels) worden toegeschreven aan een bepaalde waarde.  
Voorbeeld beleefdheid -> 
1 . Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon. 
2. Als er oudere mensen in de trein instappen sta je voor diegene op. Enzovoort
Referentiekader
Iedereen heeft persoonlijke waarden en normen. Deze komen tot stand door je verleden, wat je allemaal hebt meegemaakt, de gewoontes die je (onbewust)overnam, de plaats waarin je opgroeide, je (levens)ervaringen, je opleiding, je cultuur, je karakter, je religie, … alles draagt bij tot je referentiekader. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Referentiekader
Iedereen kijkt door zijn eigen bril. 

Om goed met mensen om te kunnen gaan heb je dus inlevingsvermogen nodig.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Inlevingsvermogen

Inlevingsvermogen = Empathie

Je kan je verplaatsen in iemands gedachten, gevoelens en belevingswereld

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is inlevingsvermogen/empathie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

In hoeverre vind jij jezelf empathisch?
Ik kan me erg goed inleven in anderen.
Ik kan me soms inleven in anderen.
Ik leef me niet vaak in in anderen.
Ik leef me nooit in in anderen.

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Uitleg Portfolio opdracht: Waardenmuur

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk:
In de thuisweek maak je de portfolio opdracht: Waardenmuur

Lever deze opdracht in op It's Learning.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk:
In de thuisweek maak je de portfolio opdracht: Waardenmuur

Lever deze opdracht in op It's Learning.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions