Horatius I.37 17-24

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

velut accipiter adurget molles columbas:
Wat is het onderwerp?
A
velut
B
accipiter
C
molles columbas
D
ingesloten

Slide 2 - Quiz

velut accipiter adurget molles columbas:
Wat is het lijdend voorwerp?
A
velut
B
accipiter
C
molles columbas
D
ingesloten

Slide 3 - Quiz

velut leporem citus venator adurget in campis nivalis Haemoniae:
Wat is het onderwerp?
A
leporem
B
citus venator
C
campis nivalis
D
Haemoniae

Slide 4 - Quiz

velut leporem citus venator adurget in campis nivalis Haemoniae:
Wat is het lijdend voorwerp?
A
leporem
B
citus venator
C
campis nivalis
D
Haemoniae

Slide 5 - Quiz

In welke naamval staat campis nivalis?
En hoe is deze gebruikt?
A
abl na vz
B
abl loci
C
abl modi
D
acc regionis

Slide 6 - Quiz

ut daret catenis fatale monstrum:
Met welke vorm gaat ut hier?

A
conjunctivus obliquus
B
conjunctivus finalis
C
conjunctivus irrealis
D
indicativus realis

Slide 7 - Quiz

ut daret catenis fatale monstrum:
welke functie heeft fatale monstrum?

Slide 8 - Open question

ut daret catenis fatale monstrum:
Welke dativus is catenis (bij daret)?

A
meewerkend voorwerp
B
incommodi
C
finalis
D
possessivus

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

quae: relatieve aansluiting, 
verwijst terug naar regina in r. 7 (en zij...)

Slide 11 - Slide

Welke functie heeft quae bij expavit (r.23) en reparavit (r.24)
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
dat incommodi

Slide 12 - Quiz

generosius perire quaerens 

generosius: -ius = uitgang van comparativus bijwoord
quaerens : vertaal het ppa met ‘omdat’

Slide 13 - Slide

Met welk woord congrueert quaerens (r.22)?

Slide 14 - Open question

nec expavit ...  nec reparavit
Er is sprake van een polysyndeton

Slide 15 - Slide

muliebriter (r. 22):
-iter is de uitgang van?
A
comparativus
B
superlativus
C
bijwoord
D
dualis

Slide 16 - Quiz

Welke functie heeft ensem (r.23)?

Slide 17 - Open question

latentes (r.23) congrueert met?

Slide 18 - Open question

Welke naamval en functie heeft latentes oras

Slide 19 - Open question

Welke ablativus is classe cita (r.24)?
A
na vz
B
abl loci
C
modi
D
instrumenti

Slide 20 - Quiz