B22 Geografische breedte

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
B22 Geografische breedte
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
B22 Geografische breedte

Slide 1 - Slide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Leerdoel
In deze les 
- leer je hoe de aarde is opgedeeld in breedteligging.
- leer je wat breedtecirkels of parallellen zijn.
- leer je wat de geografische breedte is.
- oefen je met het bepalen van de geografische breedte van een plaats.

Slide 2 - Slide

Hoe kun jij aan iemand laten weten waar jij je op aarde bevindt?

Slide 3 - Mind map

Noordpool
Zuidpool
Evenaar

Slide 4 - Slide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Geografische breedte = De afstand van een plaats tot de evenaar.

Het noordelijk halfrond = Het gebied 
tussen de evenaar en de noordpool.
Het zuidelijk halfrond = Het gebied 
tussen de evenaar en de zuidpool.

Slide 5 - Slide

Noordpool
Zuidpool
Evenaar

Slide 6 - Drag question

Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond

Slide 7 - Drag question

90 graden NB (Noorderbreedte)
90 graden ZB (Zuiderbreedte)
0 graden
Breedtecirkels of  Parallellen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Plaatsen op het noordelijk halfrond liggen op noorderbreedte (N.B.).

Plaatsen op het zuidelijk halfrond liggen op zuiderbreedte (Z.B.).

Breedtecirkel of parallel = Cirkel die evenwijdig loopt aan de evenaar. 
De evenaar is de breedtecirkel van 0°. 
De noordpool ligt op 90° N.B.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke plaats ligt op 30° NB?
Kijk goed. Je mag het antwoord zo invullen.

Slide 12 - Slide


Welke plaats ligt op 30° NB?
A
Caïro
B
Mekka
C
Madrid
D
Durban

Slide 13 - Quiz

Luanda ligt op ...
Kijk goed. Je mag het antwoord zo invullen.

Slide 14 - Slide


Luanda ligt op ...
A
10° NB
B
10° ZB

Slide 15 - Quiz


Plaatsen die op het zuidelijk halfrond liggen liggen tussen de evenaar en de zuidpool.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

10 graden Zuiderbreedte
10 graden Noorderbreedte
40 graden Noorderbreedte
40 graden Noorderbreedte
Extra oefenen
30 graden Zuiderbreedte
20 graden Noorderbreedte
70 graden Noorderbreedte
60 graden Noorderbreedte
30 graden Noorderbreedte

Slide 17 - Slide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Leerdoel
In deze les 
- leer je hoe de aarde is opgedeeld in breedteligging.
- leer je wat breedtecirkels of parallellen zijn.
- leer je wat de geografische breedte is.
- oefen je met het bepalen van de geografische breedte van een plaats.

Slide 18 - Slide

Welke plaats ligt op 50° NB?

Slide 19 - Slide


Welke plaats ligt op 50° NB?
A
Caïro
B
Mekka
C
Madrid
D
Praag

Slide 20 - Quiz


Plaatsen die tussen de evenaar en de noordpool liggen liggen op het ...
A
noordelijk halfrond.
B
zuidelijk halfrond.

Slide 21 - Quiz


Een parallel en een breedtecirkel is hetzelfde.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz