Test je kennis

Wat zijn kenmerken van het Rett syndroom
A
Wrijven met de handen epilepsie slaapstoornissen *Verlies van vaardigheden *Handenwringen *Komt alleen bij meisjes voor
B
*Grote tong *Dikke vingers *Dun haar
C
*Gespleten gehemelte *Tanden knarsen *Vaak overgewicht
D
*Alles in de mond stoppen *Slechte adem *Scoliose
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
gehandicaptenzorgMBOStudiejaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat zijn kenmerken van het Rett syndroom
A
Wrijven met de handen epilepsie slaapstoornissen *Verlies van vaardigheden *Handenwringen *Komt alleen bij meisjes voor
B
*Grote tong *Dikke vingers *Dun haar
C
*Gespleten gehemelte *Tanden knarsen *Vaak overgewicht
D
*Alles in de mond stoppen *Slechte adem *Scoliose

Slide 1 - Quiz

Het Rett syndroom is
A
Neurologische ontwikkelingsstoornis alleen bij meisjes
B
Neurologische ontwikkelingsstoornis alleen bij jongens
C
Een foutje op het Y chromosoom
D
Een foutje op het X chormosoom

Slide 2 - Quiz

Wat regelt een bewindvoerder?
A
Alleen financiële zaken
B
Financiële zaken en persoonlijke zorg
C
Gaat in gesprek met collega's en vrienden van cliënt
D
Alleen persoonlijke zorg

Slide 3 - Quiz

Bij cerebrale parese zie je vaak da cliënten last hebben van "verkrampen" van ledematen. Hoe noem je dit?
A
gespannenheid
B
stijfheid
C
Spasmen
D
contracturen

Slide 4 - Quiz

RETT is een milde vorm van autisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Het verschil tussen basale stimulatie en zintuigelijke stimulatie is:

Slide 6 - Open question

Wat is basale stimulatie?
A
Sterke aandacht op moeder/kind relatie
B
Prikkels aanbieden die gericht zijn op eigen lichaam (snoezelen)
C
Wederzijdse beïnvloeding
D
De basis is hechting

Slide 7 - Quiz

Wat doet een mentor?

A
Hij zorgt dat de zorgvrager zijn huiswerk maakt en helpt hem hierbij.
B
Helpt een zorgvrager met zijn financiële zaken.
C
Helpt een zorgvrager met zijn persoonlijke zaken en bij belangrijke beslissingen.

Slide 8 - Quiz

Wat is de oorzaak van het syndroom van Rett?
A
Degeneratie
B
Afwijking op het X - chromosoom
C
Onvoldoende voedingsstoffen tijdens babyperiode
D
Zuurstofgebrek bij de geboorte

Slide 9 - Quiz

Hoe zat het ook al weer met de ontwikkelingsniveaus bij mensen met een verstandelijke beperking? (tip: het zijn er vier!)

Slide 10 - Open question

Het verschil tussen snoezelen en basale stimulatie zit hem in:
A
Snoezelen gaat om een vorm van communicatie
B
Basale stimulatie gaat om een vorm van communicatie
C
Beide zijn een vorm van ontspannen
D
Beide zijn een vorm van communicatie

Slide 11 - Quiz

Waar op het x chromosoom zit de "fout"
A
MECP5
B
de lange zijde
C
MECP2
D
de korte zijde

Slide 12 - Quiz