4.4 ruimtelijke figuren Nu rekenen 2e editie


4.1 Vlakke figuren
4.2 Lengte en omtrek
4.3 Oppervlakte
4.4 Ruimtelijke figuren
4.5 Inhoud
4.6 gemengde opdrachten
Meetkundige figuren

Hoofdstuk 4 Nu rekenen 2e editie
1 / 30
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


4.1 Vlakke figuren
4.2 Lengte en omtrek
4.3 Oppervlakte
4.4 Ruimtelijke figuren
4.5 Inhoud
4.6 gemengde opdrachten
Meetkundige figuren

Hoofdstuk 4 Nu rekenen 2e editie

Slide 1 - Slide

Welke ruimtelijke figuren ken je?

Slide 2 - Mind map

Lesdoel
Na deze les weet je:
  • weet je wat het begrip ruimtelijke figuren betekent
  • kun ruimtelijke figuren benoemen
  • kun je de oppervlakte van ruimtelijke figuren berekenen
  • Ken je de verschillende oppervlaktematen

Slide 3 - Slide

4.4 ruimtelijke figuren
Ruimtelijke figuren zijn  driedimensionaal

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Video

De eenheid van oppervlakte is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 7 - Quiz

piramide
cillinder
kegel
bol
balk
prisma
kubus

Slide 8 - Drag question

4.4 oppervlakte en ruimtelijke figuren
  • De oppervlakte is een afmeting en wel de grootte van een vlak gebied.


  • In de zijvlakken van de ruimtelijke figuren herken je de vlakke figuren.


  • Om de oppervlakte van een ruimtelijk figuur te berekenen, bereken je de oppervlakte van elk vlak en tel je die bij elkaar op.

Slide 9 - Slide

Welke vlakke figuren herken je in
de zijvlakken van de ruimtelijke figuren?

Slide 10 - Mind map

4.4 oppervlakte balk in cm²
oppervlakte voor- en achtervlak 3x4x2=16 cm²
oppervlakte boven- en grondvlak 6x4x2=48 cm²
oppervlakte linker- en rechterzijdevlak 6x3x2= 36 cm²

Oppervlakte balk = 16+48+36 = 100 cm²

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

4.4 oppervlakte piramide cm²
Hoogte van de piramide is 5 cm en onderkant is vierkant

oppervlakte grondvlak 3 cm x 3 cm = 9 cm²
oppervlakte zijvlak = 5 cm x 3 cm : 2= 7,5 cm² 
totaal oppervlakte zijvlakken 4 x 7,5 cm² =30 cm²

Oppervlakte piramide = 9 cm² + 30 cm² = 39 cm²

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

4.4 oppervlakte cillinder cm²

Slide 15 - Slide

4.3 oppervlakte cirkel
De oppervlakte van een cirkel is
      x straal x straal

Straal is de helft van de diameter


π

Slide 16 - Slide

4.4 oppervlakte cillinder cm²
De oppervlakte van een cirkel =
 
      x straal x straal.
Dit heb je nodig om het grondvlak te berekenen.

oppervlakte bovenvlak is 3,14 x 6 x 6 = 113,04 cm²
oppervlakte boven en ondervlak is 113,04  x 2  = 226,08 cm²

oppervlakte mantel = lengte x breedte (omtrek) 
Omtrek =     x diameter = 3,14 x 12 = 37,68 cm²
oppervlakte mantel is  20 x 37,68 =  75,36 cm² 

Oppervlakte cillinder  =  226,08 cm² + 75,36 cm² = 301,44 cm²

π
De cillinder is 20 cm hoog en de straal is 6 cm.
π

Slide 17 - Slide

Wat is de
totale oppervlakte
en inhoud van deze balk?
A
Oppervlakte: 26 m2 Inhoud: 24 m3
B
Oppervlakte: 52 m2 Inhoud: 24 m3
C
Oppervlakte: 52 m2 Inhoud: 16 m3
D
Oppervlakte: 40 m2 Inhoud: 18 m3

Slide 18 - Quiz

4.4 oppervlakte kubus cm²
Bij een kubus zijn alle 6 vlakken vierkant en even groot
oppervlakte van 1 vlak = 5 x 5 =25 cm²
oppervlakte kubus  = 6 x 25 = 150 cm²
5 cm

Slide 19 - Slide

4.4 dobbelsteen
De vlakken tegenover elkaar liggen 
zijn tezamen altijd 7

Slide 20 - Slide

Welke dobbelsteen uitleg is juist?
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Hieronder staan twee ruimtelijke figuren  
Sleep ze naar de juiste formules.

diameter x pi
 s x s x pi
B: omtrek cirkel
C. opp cirkel

Slide 22 - Drag question

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 23 - Quiz

Welke ruimtefiguren hebben alleen platte vlakken?
A
Kubus, Balk, Bol
B
Kubus, Kegel, Piramide
C
Kubus, Prisma, Kegel
D
Kubus, Balk, Piramide

Slide 24 - Quiz

1. Wat is geen ruimtefiguur?
A
piramide
B
kegel
C
vierkant
D
kubus

Slide 25 - Quiz


Hoe heet dit
ruimtefiguur?
A
Kegel
B
Balk
C
Kubus
D
Rechthoek

Slide 26 - Quiz

Van een kubus zijn de ribben
even lang. Welk figuur zou dus
een kubus moeten zijn?

A
Figuur I
B
Figuur II

Slide 27 - Quiz

Bij welke ruimtefiguur hoort uitslag B?
A
balk
B
piramide
C
kubus
D
geen van deze antwoorden

Slide 28 - Quiz

Van welk ruimtefiguur is dit een uitslag?
A
Kegel
B
Balk
C
Cilinder
D
Kubus

Slide 29 - Quiz

Huiswerk

  1. Maak de opdrachten van 4.4 online 

Slide 30 - Slide