Het trouwfeest

• Alfa
• Hoger onderwijs

Het trouwfeest

Vandaag is het feest.

Frank trouwt met Anja.

Om 10:30u gaat iedereen naar het stadhuis.

Proficiat Frank en Anja!

De fotograaf neemt mooie foto’s.

 

De familie is heel blij.

Om 20:00u begint het feest.

De ober zegt ‘Welkom. Wil je fruitsap? Wil je champagne?’

Daarna gaat iedereen aan tafel.

Er is veel eten: soep, vis of vlees met groenten en taartjes.

Het eten is heel lekker.

Na het eten wordt er gedanst.

Anja en Frank dansen eerst.

Au, dat doet pijn.

Frank trapt op de teen van Anja.

Maar Anja lacht.

 

Iedereen danst.

Het is een leuke dag.

Begrijp je de tekst?

1. ja
2. een beetje
3. nee

Naar waar gaan ze om 10:30?

Hoe laat begint het feest?

Wie is dit?

Wat eten ze?

Waarom heeft Anja pijn?

Ben jij getrouwd?

1. ja
2. nee

Wanneer ben jij getrouwd?

Was er een feest toen jij trouwde?

1. ja
2. nee

Hoe laat begon jouw feest?

Was er eten op jouw feest?

Heb je een foto van jouw feest?