- De speler met het geheim zit al te wachten in zijn/haar kamer
- De vriend komt binnen. Ze kletsen.
- Het geheim wordt om heen gedraaid.
- Je verteld het geheim.
- De vriend/vriendin reageert, boos/verdrietig/geschrokt.
- Leerlingen vinden een manier om er mee om te gaan en gaan.
Einde Scène.