A1b Online les 11 dec - grammatica woordsoorten (werkwoorden)

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
In deze les...
...herhaal je het verschil tussen zijn en doen
..oefen je verder met het zww, hww, kww
...leer je wat concrete + abstracte zelfstandig naamwoorden zijn


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
In deze les...
...herhaal je het verschil tussen zijn en doen
..oefen je verder met het zww, hww, kww
...leer je wat concrete + abstracte zelfstandig naamwoorden zijn


Slide 1 - Slide

Wat is het onderwerp in de zin:
De vleesetende bekerplant kan in zijn onderste bekers 30 gram vlees verteren.

Slide 2 - Open question

Is het onderwerp iets aan het 'zijn' of 'doen'?

De vleesetende bekerplant kan in zijn onderste bekers 30 gram vlees verteren.
A
Zijn
B
Doen

Slide 3 - Quiz

Moet je dan op zoek naar een zww of een kww?
Wat is het zww/kww
De vleesetende bekerplant kan in zijn onderste bekers 30 gram vlees verteren.
A
Op zoek naar zww = kan
B
Op zoek naar zww = verteren
C
Op zoek naar kww = kan
D
Op zoek naar kww = verteren

Slide 4 - Quiz

Er is nog een ww over. Welke? Hoe noem je die?
De vleesetende bekerplant kan in zijn onderste bekers 30 gram vlees verteren.

Slide 5 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin:
De inhoud van een trojan kan behoorlijk schadelijk blijken voor je computer.

Slide 6 - Open question

Is het onderwerp iets aan het 'zijn' of 'doen'?

De inhoud van een trojan kan behoorlijk schadelijk blijken voor je computer.
A
Zijn
B
Doen

Slide 7 - Quiz

Moet je dan op zoek naar een zww of een kww?
Wat is het zww/kww
De inhoud van een trojan kan behoorlijk schadelijk blijken voor je computer.
A
Op zoek naar zww = kan
B
Op zoek naar zww = blijken
C
Op zoek naar kww = kan
D
Op zoek naar kww = blijken

Slide 8 - Quiz

Er is nog een ww over. Welke? Hoe noem je die?
De inhoud van een trojan kan behoorlijk schadelijk blijken voor je computer.

Slide 9 - Open question

Noteer alle zelfstandig naamwoorden (zn) uit de volgende zin:
Mijn broertje Pim heeft zijn arm in het gips.

Slide 10 - Open question

Concrete
zelfstandig naamwoorden

- tastbaar (kun je aanraken)

Voorbeeld:
de piano, de onweersbui
Ook eigennamen:
Rosalie, Noordzee, Hilversum

Abstracte
zelfstandig naamwoorden

- niet tastbaar (kun je niet aanraken)

Voorbeeld:
de vakantie, de honger, 
het internet

Slide 11 - Slide

concreet zn
abstract zn
herfst
herfstbos
ruzie
Mark Rute

Slide 12 - Drag question

Aan de slag!
1. Kijk je huiswerk van donderdag na: antwoorden in SOM bij lesstof van vandaag.
2. Lees de theorie op blz. 30 en maak opd. 1 en 2 op blz. 31
Vragen? Stel ze aan STRK in de meet/ hangout-chat.
3. Check de feedback op je schrijfplan (zie ELO)
Verbeter indien nodig.

Slide 13 - Slide

Guus, Emma, Amber, Milan, Suuz, Quinten, Marius, Maarten, Finn --> geen schrijfplan ingeleverd = geen feedback.
Tony --> even zo in de meet meekijken hoe je schrijfplan inlevert

Zorg woensdag voor een uitgeprint schrijfplan!
Let op! Wel verbeterd plan, alléén steekwoorden, geen hele zinnen (dan mag je hem helaas niet gebruiken)

Slide 14 - Slide