les 30 Hoe kan de plot een verhaal spannend maken?

- Welkom!
- Pak je spullen voor je: lesboek, schrift en pen. 

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

- Welkom!
- Pak je spullen voor je: lesboek, schrift en pen. 

Slide 1 - Slide

Programma voor vandaag
  • Nakijken
  • Lesdoel
  • Herhaling fictiebegrippen
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag
  • Afsluiting




Slide 2 - Slide

Zelf nakijken les 18 

Slide 3 - Slide

Lesdoel
- Aan het einde van de les kan je benoemen welke manieren er zijn om de plot van een verhaal spannend te maken.

- Aan het einde van de les kan je deze manieren uitleggen. 

Slide 4 - Slide

Personages
Karakter
  • Belangrijkste personage in een verhaal. 
  • Meestal één hoofdpersoon. Maar soms ook meer. 

Slide 5 - Slide

Personages - Karakter
  • je weet wat hij denkt en voelt;
  • je weet wat zijn karaktereigenschappen zijn
  • (is niet alleen maar goed of slecht);
  • hij maakt een ontwikkeling door;
  • kan keuzes maken;
  • lijkt op een echt mens.

Slide 6 - Slide

Personages - Karakter
Hoofdpersoon (= karakter):
  • Wordt uitgebreid beschreven: je leest wat deze persoon denkt en voelt.
  • Heeft meestal een probleem of opdracht in het verhaal dat opgelost of volbracht moet worden. 

Slide 7 - Slide

Personages - Type
  • je weet gedachten en gevoelens niet;
  • ze veranderen niet;
  • ze reageren vaak voorspelbaar;
  • zijn vaak oppervlakkig;

Slide 8 - Slide

Personages - Type
Bijpersoon (=type)
  • je komt weinig te weten;
  • je komt alleen te weten over een bijpersoon wat de hoofdpersoon hierover vertelt.

Slide 9 - Slide

Personages - beschrijving
Je kunt personages beschrijven aan de hand van:
  • Uiterlijk
  • Kenmerken (geslacht, leeftijd, gezondheid, achtergrond)
  • Karaktereigenschappen
  • Relaties met andere personages

Slide 10 - Slide

Omschrijf een personage uit
Dwars door de storm

Slide 11 - Open question

Les 30 - Plot
  • Ook wel verhaallijn genoemd. 
  • Waar de (fictie)tekst uitgebreid over gaat.
  • Hoe het verhaal in elkaar zit met alles wat er gebeurt; alle ontwikkelingen, veranderingen en hoe het afloopt. 

Slide 12 - Slide

Plot spannend maken
  1. Wisselen in verhaallijnen van verschillende personages.
  2.  De verhaallijn afkappen. Op het moment dat de spanning het hoogst is, stopt het verhaal. Dat noemen we een cliffhanger
  3.  Ontknoping zo lang mogelijk uitstellen. 
  4. Je op het verkeerde spoor zetten. Je denkt te weten wie bijvoorbeeld de dader is, maar dan blijkt het toch iemand anders te zijn. Dit noemen we een plotwending of plottwist

Slide 13 - Slide

Een detective of politieserie begint vaak met de misdaad. Je weet al wat er is gebeurd, alleen nog niet hoe. Hoe noemen we deze techniek?
A
wisselen in verhaallijn
B
cliffhanger
C
uitstellen van de ontknoping
D
plottwist

Slide 14 - Quiz

Bij welke techniek zet de schrijver je op het verkeerde been?
A
wisselen in verhaallijn
B
cliffhanger
C
uitstellen van de ontknoping
D
plottwist

Slide 15 - Quiz

Lees fragment 1
In dit fragment zijn 2 plotwendingen aan te wijzen. Welke 2? 

Je kan ze zo in de volgende dia benoemen. 

Slide 16 - Slide

Welke twee plotwendingen heb je net gelezen?

Slide 17 - Mind map

Fragment 1 komt uit het eerste hoofdstuk van 'De Passievrucht'. In de rest van het boek probeert Armin erachter te komen wie de vader van zijn zoon is. Hoe noem je deze techniek?
A
wisselen in verhaallijn
B
cliffhanger
C
uitstellen van de ontknoping
D
plottwist

Slide 18 - Quiz

Leg uit wat een plot is.

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Video

Hoe noem je deze techniek?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Aan  de slag !
Wat? Maken opdracht 1 t/m 9
Waar? Les 30
Hoe? Individueel of in tweetallen
Tijd? 20 min.
Hulp? Boek, klasgenoot of docent
Klaar? Stillezen of huiswerk ander vak.

Slide 23 - Slide