lesweek 3

• Natuurwetenschppen
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

hypothese stellen

experiment voorbereiden

een onderzoeksvraag stellen

experimenteren

vaststellingen doen /bevindingen

conclusie trekken

a. kracht die probeert een voorwerp samen te drukken 

b. kracht die ontstaat wanneer twee  voorwerpen langs elkaar schuiven 

c. kracht die zorgt dat twee voorwerpen uit of naar elkaar worden getrokken 

d. kracht die ervoor zorgt dat iets vooruit geduwd wordt 

e. aantrekkingskracht die elk voorwerp op aarde heeft door de aarde  

f. kracht van een spier of spiergroep tijdens een samentrekking 

drukkracht

spierkracht

trekkracht

zwaartekracht

stuwkracht

wrijvingskracht

Welke soort kracht zie je?

trekkracht

stuwkracht

drukkracht

spierkracht

Welke soort kracht zie je?

trekkracht

stuwkracht

zwaartekracht

drukkracht

Welke soort kracht zie je?

trekkracht

stuwkracht

zwaartekracht

wrijvingskracht

Welke soort kracht zie je?

drukkracht

stuwkracht

zwaartekracht

wrijvingskracht

Het water zet de rad in gang.
Welke kracht zie je hier ?

Het meisje komt neer op de trampoline.
Welke kracht zie je hier ?

De zwaartekracht op de maan is kleiner dan op de aarde.
Wat betekent dit ?

Een voorwerp met een massa van 1 kg ervaart een kracht van 10N.
En een bal van 450 gram ?

1. 45000N
2. 450N
3. 45N
4. 4,5N

trekkracht

stuwkracht

spierkracht

wrijvingskracht

verandering van vorm

verandering van snelheid

trekkracht

stuwkracht

spierkracht

drukkracht

verandering van snelheid

verandering van richting

trekkracht

stuwkracht

zwaartekracht

wrijvingskracht

verandering van snelheid

verandering van richting

trekkracht

stuwkracht

zwaartekracht

drukkracht

verandering van vorm

verandering van richting

Welke soort kracht zie je?

drukkracht

stuwkracht

zwaartekracht

wrijvingskracht

Schrijf twee dingen op die je hebt onthouden/geleerd