Tegenstellingen Lowan Kleding

WELKOM TERUG!

NT2

1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VL

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM TERUG!

NT2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?







Lowan thema 5 'kleding': 
  • woorden flitsen
  • tegenstellingen
  • spel: 5 op een rij
  • elkaar beschrijven
  • goed of fout


                                                                                          Jeugdjournaal 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

de kleding

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Link

Tegenstellingen - woorden dag 3

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Link

Flitskaarten
Wat draag jij?
Ik draag een gestreept T-shirt
Ik draag een gouden ketting
Ik draag een blauwe broek
ik draag een bruine riem
ik draag een witte blouse 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Vertel aan je klasgenoot wat jij draagt.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat heb jij aan?
Ik heb een grijs vest aan.
Ik heb roze handschoenen aan.
Ik heb een blauwe pet op. 
Ik heb een groene hoed op. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

aantrekken /uittrekken
Ik trek mijn jas uit
hij trekt zijn vest aan.
ik trek mijn sokken aan
zij trekt haar handschoenen uit. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tegenstellingen 
Lowan Kleding

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

nieuw
oud

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

schoon
vies

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

groot
klein

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

droog
nat

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

vast
los

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

dik
dun

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

vol
leeg

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

open
dicht

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

koud
warm

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Kijk goed!

Welke twee woorden zie je?
Schrijf ze op.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions


Slide 31 - Open question

This item has no instructions


Slide 32 - Open question

This item has no instructions


Slide 33 - Open question

This item has no instructions


Slide 34 - Open question

This item has no instructions


Slide 35 - Open question

This item has no instructions


Slide 36 - Open question

This item has no instructions


Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Slide 38 - Link

Tegenstellingen

Slide 39 - Link

Quiz kleding - alle woorden/werkwoorden 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Wie is het?
Hij draagt een..........

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

goed/fout
  1. De broek koopt 50 euro.
  2. Ik heb het warm , ik doe mijn jas uit.
  3. De trui is te groot, hij past goed.
  4. Zij gaat slapen, ze doet haar kleren aan.
  5. Ik ga sporten, ik doe sportkleding aan.
  6. Ik koop melk bij de kledingwinkel
  7. Ik ben klein ik heb maat XXL.



Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions