Quiz Eco H1 totaal

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz Eco

Hoofdstuk 1

Duurzaam produceren is

1. Produceren wat veel tijd kost
2. Productie wat veel geld kost
3. Produceren zonder schade voor het milieu
4. Produceren voor het milieu zelf

Duurzame consumptiegoederen ...

1. bestaan niet
2. zijn altijd duur
3. gaan kort mee
4. gaan lang mee

Wat is duurzaam?

1. Zo min mogelijk personeel aannemen
2. Mensen met een beperking of achterstand werk aanbieden
3. Sponsoring
4. Personeel laten overwerken

Wat is schaarste in de economie

1. Dat zijn goederen waarvoor inspanning geleverd is
2. Er is heel weinig van
3. Zeewater, zonlicht en wind
4. Vrije tijd

Wat is bartering?

1. goederen ruilen tegen geld
2. verkoop richten op de doelgroep
3. goederen ruilen tegen goederen
4. marketingstrategie

Macro-economie: is de economie die zich bezighoudt op grote schaal. Van en heel land bijvoorbeeld

1. Juist
2. Onjuist

Werkloosheidsgraad in eurozone op laagste peil in 4,5 jaar

1. micro-economie
2. macro-economie

Welk economisch niveau heeft betrekking op een bepaalde branche of bedrijfstak?

1. De macro-economie
2. De meso-economie
3. De micro-macro-economie
4. De micro- economie

Wat hoort 'niet' bij onderstaande Macro omgevingsfactoren?

1. Geografische factoren: ligging aan de zee
2. Demografische factoren: Vergrijzing bevolking
3. Politieke factoren: Oorlog Oekraïne
4. Personeelsbeleid organisatie

De concurrentie is heftiger geworden. Dit is een voorbeeld van een

1. micro-omgevingsfactor
2. interne omgevingsfactor
3. Meso-omgevingsfactor
4. macro-omgevingsfactor

Welke is een primaire behoefte?

1. brood
2. smartphone
3. auto
4. vakantie

Wat is geen behoefte?

1. eten
2. auto
3. huis
4. bekeuring

Primaire behoeften zijn ...

1. De noodzakelijke behoeften
2. De luxe behoeften
3. Middelen om in je behoeften te voorzien
4. Geld

Wat zijn secundaire behoeften?

1. De noodzakelijke levensbehoeften.
2. De middelen om in je behoefte te voorzien.
3. Behoeften om je leven prettiger te maken.
4. Behoeften die nodig zijn om in leven te blijven.

Aan welke behoefte uit de hiërarchie van Maslow wordt met de koop van een auto voldaan?

1. Primaire behoefte
2. Secundaire behoefte
3. Tertiaire behoefte
4. Opgelegde behoefte

Wat is welvaart?

1. Hoeveel iemand kan kopen
2. In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
3. Hoe leuk je je leven vindt
4. Hoeveel je kunt bewegen

wat is welzijn

1. je goed voelen
2. geen idee
3. het welbevinden in de wereld
4. een ziekte

Welzijn is:

1. De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
2. De kwaliteit van je leven. Daar horen dingen bij als gezondheid, vriendschap, veiligheid enz.
3. erbij horen
4. naar school gaan

Welzijn is hetzelfde als welvaart

1. Goed
2. Fout