Welzijnsatelier Les 15 Stemmingsstoornissen

Stemmingsstoornissen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Stemmingsstoornissen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen!
AWR
Doel van de les
Stemmingsstoornis
Depressie
Bipolaire stoornis
Afsluiting


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Doel van deze les:

  • Aan het eind van de les heb je herken je depressieve klachten
  • Aan het eind van de les heb je inzicht in de verschillen tussen depressie en   bipolaire stoornis
  • Aan het eind van de les heb je ervaring opgedaan met de test "Grip op je dip"


Slide 4 - Slide

Stemmingsstoornissen
"
Stemmingsstoornissen is een verzamelnaam voor 
psychische aandoeningen waarbij de gemoedstoestand of emoties ernstig verstoord zijn of niet passen bij de situatie waarin je je verkeert"

Slide 5 - Slide

Hoe is het met jouw stemming?

Slide 6 - Mind map

Wat heeft jouw stemming vanmorgen beïnvloed?

Slide 7 - Mind map

Stemmingsstoornis
Stoornis van de stemming
Heftiger dan normaal
Langer dan normaal
Gevolgen voor alle aspecten die belangrijk zijn in het leven

Slide 8 - Slide

Verstoorde stemmingsepisoden
Er worden vier vormen van verstoorde stemmingsepisoden onderscheiden:
  • depressieve episode: er is sprake van een zeer sombere stemming;
  • manische episode: de stemming is extreem uitgelaten, ongeremd en optimistisch;
  • hypomane episode: de stemming is licht manisch.
  • gemengde episode: de stemming wisselt voortdurend van bedrukt, terneergeslagen en prikkelbaar, naar uitgelaten en/of ongeremd en snel opgewonden. Ook het tegelijkertijd optreden van beide stemmingen komt voor.

Stemmingsstoornissen worden ingedeeld in depressieve stemmingsstoornissen en bipolaire stemmingsstoornissen. Bij een depressieve stemmingsstoornis is alleen sprake van somberheid, bij een bipolaire stoornis is afwisselend sprake van euforie (overmatige vreugde) en somberheid.





Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Depressiviteit

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Een depressieve stoornis is in Nederland veruit de meest voorkomende ernstige psychische stoornis. 

Naar schatting krijgt ongeveer 26% van alle vrouwen en ongeveer 13% van de mannen tot en met 65 jaar een depressieve stoornis. 

Jaarlijks krijgen zo’n 135.000 volwassenen voor het eerst een depressie. 

Inclusief jongeren en ouderen hebben naar schatting bijna 800.000 mensen een stemmingsstoornis. 

Van de kinderen met depressieve ouders ontwikkelt 40% een depressie voor het 18de jaar.


Depressieve stoornissen kosten de samenleving heel veel geld. 

Ze zijn verantwoordelijk voor de hoogste ziektelast, de hoogste ziektekosten en zijn grootste veroorzakers van arbeidsverzuim.

Slide 13 - Slide





Kernsymptomen van een depressieve stoornis zijn:


  • een intense sombere (depressieve) stemming: bijna iedere dag gedurende het   grootste deel van de dag;
  • duidelijk verminderde interesse of plezier in bijna (alle) activiteiten.

Slide 14 - Slide

Aanvullende symptomen van een depressieve stoornis zijn:
  

  • verminderde eetlust en gewichtsverlies of (minder vaak) toegenomen eetlust met gewichtstoename;
  • slecht slapen, slapeloosheid of heel veel slapen, bijna iedere dag;
  • geremd gedrag of juist rusteloos en geagiteerd gedrag;
  • ernstige vermoeidheid en verlies van (alle) energie;
  • gevoelens van waardeloos zijn en/of overmatige gevoelens van schuld;
  • sterke problemen met nadenken, concentreren en ernstige besluiteloosheid;
  • terugkerend gedachten aan de dood of terugkerende suïcidegedachten met of zonder specifiek plan.
  • Afhankelijk van het type depressieve stoornis kan de depressie samengaan met angstgevoelens, wanen, prikkelbaarheid, chaotisch en claimend gedrag. Ook komt het voor dat de cliënt agressief of zelfverwondend gedrag vertoont.







Slide 15 - Slide

Duur depressieve episode
De gemiddelde duur van een depressieve episode is 6 maanden.
50%: herstel binnen 3 maanden.
30%: herstel tussen de 3 en 24 maanden.
20%: langer dan 2 jaar (chronisch).



Slide 16 - Slide

Depressieve stemmingsstoornis
  • Situatie gebonden: Corona-tijd
  • Seizoensgebonden 
  • Postnatale depressie
  • Psychotische depressie, hallucinaties en wanen

Slide 17 - Slide

Activiteit




https://www.gripopjedip.nl/nl/Diptest/                 Doe de test!

Slide 18 - Slide

Depressie volgens DSM-5
Tenminste 5 van de volgende symptomen gedurende 2 weken 
waarbij in ieder geval:
1. sombere stemming en/of
2. verlies van interesse of plezier

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Oorzaken
Biologische factoren
Sociale factoren
Psychische factoren.

Slide 21 - Slide

Risicofactoren
Verliessituaties
Alcohol- of middelenmisbruik
Onderliggende lichamelijke ziekte
Chronische stress
Sociaal isolement

Slide 22 - Slide

Een symptoom van een depressie kan zijn
A
Dwangmatig dingen controleren
B
Wisselende stemmingen hebben
C
Denken dat je Jezus bent
D
Moeite hebben met keuzes maken

Slide 23 - Quiz

Behandelmogelijkheden
Voorlichting
Aanbrengen dag- nacht ritme
Leefstijl en voedingsadvies
Vaste begeleider

Slide 24 - Slide

Therapieën
Cognitieve gedragstherapie (CGT)
Farmacologische therapie 
Psychotherapie
Electroconvulsietherapie (ECT)
Zorg op afstand

Slide 25 - Slide

online begeleiding
Electrische schokken worden opgewekt om de stemming te verbeteren
Gesprekken met psychotherapeut
therapie door middel van medicijnen
Therapie waarbij via het het gedrag en gedachten centraal staan
zorg op afstand
Electroconvulsietherapie
Psychotherapie
Farmacologische therapie
Cognitieve therapie

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Bipolaire stemmingsstoornis

Slide 28 - Slide

Bipolaire stoornis

Slide 29 - Slide

manie
Een abnormaal verhoogde, prikkelbare stemming
Abnormale verhoogde activiteit of energie
Minstens een week

Slide 30 - Slide

Minimaal 3 onderstaande symptomen

Slide 31 - Slide

Benaderingswijze
Prikkelarme benaderingswijze
Farmacotherapie: stemmingsstabilisatoren (lithium)

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Hoe is je stemming nu?

Slide 34 - Open question

Feedback op de les

Slide 35 - Mind map