3F oefening een zakelijke brief schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Een zakelijke brief schrijven

DOELEN

- Je kent de conventies voor het schrijven van een zakelijke brief

- Je kunt een zakelijke brief schrijven

Schrijfopdracht examen

In het examen Nederlands zit een schrijfopdracht.

Je moet een artikel, e-mail of een zakelijke brief schrijven.

In deze les fris jij jouw kennis over het schrijven van een zakelijke brief op.

Dit is tevens een voorbereiding op het examen.

Vaste indeling

1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum
4.  Aanhef (Geachte...),
5. Inhoud: inleiding - middenstuk - slot
6. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
7. Ondertekening (Handtekening + naam)

Zet een

witregel

tussen de onderdelen

Inhoud

INLEIDING: Aanleiding en vooruitblik.

KERN: Informatie geven.

SLOT: Wens of verwachting uitspreken.

VOORBEELD

Checklist

• Naam van de schrijver en de ontvanger (geadresseerde) staan boven aan de brief;
• Boven de aanhef staan plaats en datum;
• De brief bevat een passende aanhef en  groet;
• In de inleiding staat waarom je deze brief stuurt, korte introductie van jezelf;
• In het middenstuk (kern) staat: wat, waarom, waarover..;
• In het slot schrijf je wat je van de lezer verwacht;
• Op de juiste plekken witregels openlaten;
• Passend taalgebruik;
• Spreek de ander aan met 'u';
• Alle zinnen zijn volledig en begrijpelijk;
• Alle woorden zijn juist gespeld.
  
  

OPDRACHT 1

Maak de volgende opdracht.

Lees de zakelijke brief.

Wat is de aanleiding voor Roza Overbeek om deze brief te schrijven ?

Op welke twee vragen wil Roza antwoorden hebben?

Achter welke letter vind je de aanhef?

1. A
2. C
3. D
4. E

Achter welke letter vind je de groet?

1. H
2. I
3. J
4. K

Achter welke letter vind je de inleiding?

1. D
2. E
3. F
4. G

Achter welke letter vind je de korte formulering van het onderwerp?

1. C
2. D
3. E
4. F

Achter welke letter vind je de bijlage?

1. I
2. J
3. K
4. L

Achter welke letter vind je de slotzin?

1. F
2. G
3. H
4. I

Achter welke letter vind je de naam en adres van de ontvanger?

1. A
2. B

Achter welke letter vind je de naam en adres van de afzender?

1. A
2. B

Achter welke letter vind je het middenstuk?

1. F
2. G
3. H
4. I

Achter welke letter vind je de plaats en de datum?

1. C
2. D
3. J
4. K

DOELEN

- Je kent de conventies voor het schrijven van een zakelijke brief

- Je kunt een zakelijke brief schrijven

Wat vind je nog lastig aan het schrijven van een zakelijke brief?