Klas 2B gymn Freitag, den 11. März 2022

Freitag, den 11. März 2022
  • Willkommen
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Machen Aufgabe + Worträtsel + üben
  • Fragen Klassenarbeit?
  • Hören
  • Wörterliste B
  • Plauderecke A
  • Grammatik: der-Gruppe
  • Hausaufgaben -> Lernen GP Kapitel 4
  • Zum Schluss
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Freitag, den 11. März 2022
  • Willkommen
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Machen Aufgabe + Worträtsel + üben
  • Fragen Klassenarbeit?
  • Hören
  • Wörterliste B
  • Plauderecke A
  • Grammatik: der-Gruppe
  • Hausaufgaben -> Lernen GP Kapitel 4
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kunt oefenen met de grammatica van Kapitel 4.
  • Je kunt vragen beantwoorden tijdens het luisteren.
  • Je leert waaruit de der-groep bestaat.

Slide 2 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 8.3 Seite 64
Aufgabe 10.1 Seiten 64-65 
Aufgabe 6.4 Seiten 59-61

Slide 3 - Slide

Machen Aufgabe Seiten 52-53
Aufgabe 3.5 D nakijken Seite 53
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Unsere Lehrerin ist streng.
.... ist streng.
A
er
B
sie
C
es
D
sie (mv)

Slide 5 - Quiz

die Frau
meervoud

Slide 6 - Open question

Is das .... (uw) Buch?

Slide 7 - Open question

Is das ....(jullie) Lehrerin?

Slide 8 - Open question

der Satz
meervoud

Slide 9 - Open question

Die Bälle sind ins Wasser gefallen.
.... ins Wasser gefallen.
A
er
B
sie
C
es
D
sie (mv)

Slide 10 - Quiz

das Heft
meervoud

Slide 11 - Open question

Das Haus ist sehr schön.
.... ist sehr schön.
A
er
B
sie
C
es
D
sie (mv)

Slide 12 - Quiz

Grammatik üben:

  • oefeningen ein-groep
  • regels der die das
  • enz

Slide 13 - Slide

Fragen Klassenarbeit???

Slide 14 - Slide

Hören  Seite 66
Aufgabe 10.2
Gezamenlijk lezen van de inleiding.
Wat moeten we doen?

Slide 15 - Slide

Wörterliste B   Seite 77
Linker kolom
Wat valt je op?

Zelfstandig maken Aufgabe 8.2  Seite 63



timer
1:00

Slide 16 - Slide

Plauderecke A  
AB Seite 69-70   +  TB Seite 68

Aufgabe 13.1
Gezamelijk luisteren en meelezen Plauderecke A

Slide 17 - Slide

Grammatik: der-groep
der-groep bestaat uit: 
  • der die das die (bepaalde lidwoorden)
  • dies-            - deze/dit
  • jed-              - ieder/elk
  • manch-      - menig-/sommige
  • all-                - alle
  • solch-         - zulk/zo’n
  • welch-        - welk

Slide 18 - Slide

Grammatik: der-groep
dies- , jed-, manch-, all-, solch- en welch-
-> willen lijken op de lidwoorden: der die das die

Zie schema

Slide 19 - Slide

GP Duits 14 maart 2022 KAPITEL 4
  • Wörterlisten A+B Seiten 60-61 -> ook zinnen kunnen vormen van de woorden/zinnen uit de Wörterlisten.  NL-> Duits en Duits->NL
  • Grammatik ein-groep + meervoud + persoonlijk vnw. Seite 59
  • Schreibecke Seite 56 Textbuch + aantekeningen schrijven e-mail (Opdrachten 16.1, 17.1 & 17.4 incl. tip)
  • Leestekst -> toch bonus!


Slide 20 - Slide

Hausaufgaben: 
Lerne: Plauderecke A Seite 68 TB
Lernen: Wörterliste B Seite 76 linker kolom
Lernen:  Wörterliste A  Seiten 76-77
Lernen: Grammatik A+B+C Seiten 75-76  + aantekeningen 
(in stam e en in stam a)




Slide 21 - Slide

Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
TB Seite 75 sterke werkwoorden met e in stam

Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
  • du/er/sie/es/man -> i   of   ie  
  • è uitspraak -> i
  • ee uitspraak -> ie

Slide 22 - Slide

Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
  1. gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
  2. geben -> geen ie => i
  3. nehmen -> bij du/er/sie/es/man: h wordt m 
  4. nehmen -> geen ie => dus du nimmst/ er/sie/es/man nimmt
  5. treten -> geen ie => i
  6. treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t   
       du trittst    dus niet => tritest
       er/sie/es/man tritt   dus niet => tritet

Slide 23 - Slide

Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:    -> du/er/sie/es/man -> ä

Aandachtspunten:
  • bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
  • bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
       d of t   
       du hältst                   er/sie/es/man hält

Slide 24 - Slide

Wiederholung Grammatik
ein/kein/bezittelijke voornaamwoorden -> wel/geen uitgang

Stappenplan:
  • Wat is het lidwoord?
  •         → toepassen regels der die das
  •        → of leren lidwoord Wörterlisten A+B
  • der+das → geen e als uitgang
  • die+die → wel e als uitgang
  • Ezelsbruggetje: die + die → eindigen op een e
  • bij meervoud kun je geen ein gebruiken

Slide 25 - Slide

ein-Gruppe
Bestaat uit:
  • ein -          = een
  • kein -        = geen                                 mijn     jouw   zijn     haar   zijn   ons/onze  jullie     hun    uw
  • bezittelijke voornaamwoorden (mein-, dein-, sein-, ihr-, sein-, unser-, euer/eure, ihr- en Ihr)
       (pers. vnw.                                            ich         du        er     sie     es       wir          ihr                sie          Sie)

mijn auto               mein Auto (onzijdig) 
jouw broer            dein Bruder (mannelijk persoon)
uw jas                     Ihre Jacke (vrouwelijk -> eindigt op e)
zijn zus   seine Schwester (vrouwelijk -> vrouwelijk persoon)

Slide 26 - Slide

lidwoorden en persoonlijk vnw
alle zelfstandige naamwoorden kun je in een zin vervangen door een persoonlijk vnw.  Belangrijkste vraag: wat is het lidwoord van het zelfst. nw!!!

                                       persoonlijk vnw.
der-woorden ->      er
die-woorden ->      sie
das-woorden ->     es
die-woorden  ->     sie     (meervoud)

Slide 27 - Slide

Grammatik: het meervoud van zelfstandige nw.
Belangrijkste vraag: wat is het lidwoord?
  • regels der die das
  • leren lidwoord met zelfstandige naamwoorden in de Wörterlisten

  • Schema bekijken en oefenen!

Slide 28 - Slide

E-Mail schreiben
  • Staat er na de aanhef een komma, dan wordt de 1e zin met een kleine letter geschreven, behalve bij een zelfstandig naamwoord.
  • Na de afsluitende groet komt in het Duits geen komma.
  • Hallo/Beste André -> Lieber André -> der/er
  • Hallo/Beste Lisette -> Liebe Lisette -> die/sie

Slide 29 - Slide