Winkelformules/winkelconcepten

• Studielessen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Les 1: Winkelformule en winkelvormen

Leerdoelen

Aan het einde van de les weet je:

• Wat winkelvormen zijn.

• Welke verschillende winkelvormen er zijn.

Aan het einde van de les kun je:

• De vijf verschillende winkelvormen benoemen.

• Kun je uitleggen wat een winkelformule is.

Theorievragen in het boekje

Maak Hoofdstuk 1 (les 1 )

Groene vormgeving en verkoop profielmodule 4

Via: Myspotontwikkelcentrum

Wat is een winkelvorm?

Winkelvorm

Een type winkel met

bepaalde kenmerken

5 Groene Winkelvormen

Boerderij Winkel

Speciaalzaak

Markt

Webshop

Tuincentrum

Boerderij winkel

Alle producten die te koop zijn worden gemaakt op de boerderij.

Bijvoorbeeld:

• Kaas

• Yoghurt

• Boerenijs

Benoem een boerderijwinkel uit de regio.

Markt

Geen vaste winkel, maar producten in kraampjes.

Bijvoorbeeld:

• Kaaskraam

• Bloemenkraam

• Groentekraam

• Stoffenkraam

Speciaalzaak

Een winkel die gespecialiseerd is in een bepaald product.

Het personeel heeft veel vakkennis. Je kunt er speciale bestellingen of opdrachten plaatsen.

Wat is een voorbeeld van een speciaalzaak?

1. Bloemist
2. Kapper
3. Bakker
4. Supermarkt

Tuincentrum

Grote winkel met heel veel verschillende producten. Vaak van een grote winkelketen.

Personeel heeft veel kennis van de producten, iedereen is gespecialiseerd in een eigen afdeling.

Wat zijn de verschillende afdelingen van een tuincentrum?

Webshop

Een winkel op het internet. De winkel kan alleen een webshop zijn, maar ook een echte winkel in een stad of dorp hebben.

Voordeel, je kunt heel veel producten op het internet vinden en bestellen. Nadeel, geen vakmensen die jou kunnen helpen bij je keuze.

Bij welke webshop bestellen jullie het meest?

Bol.com

Zalando.nl

Petsplace.nl

Shein.com

1. Zoek twee winkelvormen op en beschrijf welke winkelvormen je hebt gekozen.

2. Schrijf op wat voor assortiment deze winkelvormen hebben + afbeeldingen.

3. Beschrijf wat de doelgroep is en waar deze winkels zich op richten.

4. Beschrijf de winkelformule op van beide winkelvormen.

5. Beschrijf de 2 verschillen van deze winkelvormen

6. Maak er een powerpointpresentatie van +foto's erin verwerkt.