2VE: Les animaux

Les animaux
1 / 43
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les animaux

Slide 1 - Slide

2VE: les animaux
Objectif: Aan het einde van de les heb je geleerd wat de leerdoelen van aankomende periode zijn en oefen je met het woordenschat, leesvaardigheid en luistervaardigheid wat betreft dieren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Tu viens chez moi?
- Jezelf voorstellen
- Praten over familieleden
- Praten over huisdieren
- Iemand beschrijven
- Huizen/wonen
- Vertellen over jouw huis en kamer

Slide 4 - Slide

Les animaux

Slide 5 - Slide

Notez un animal / des animaux..

Slide 6 - Mind map

le chien
le singe
l'oiseau
le cheval
la vache
le lapin
le poisson
le chat
la souris
le canard
de aap
de vis
de vogel
de eend
het paard
het konijn
de kat
de koe
de muis
de hond

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Voici Tintin
      - Tintin est un chien.
      -  Il a quatre ans.
      -  Il habite à Hilversum.
      -  Il est grand
      -  Il est super sympa!

Slide 10 - Slide

Wat kan je vertellen over Tintin, noem 5 dingen.

Slide 11 - Open question

animaux

Slide 12 - Slide

Hoe oud is Tristan?
A
10 jaar
B
11 jaar
C
12 jaar
D
9 jaar

Slide 13 - Quiz

Welke huisdieren heeft Tristan?
A
1 hond, 1 kat ,1 vis
B
2 honden, 1 kat, 1 vis
C
1 hond, 2 katten, 1 vis
D
1 hond, 1 kat, 2 vissen

Slide 14 - Quiz

hoe heet zijn vis?
A
Moïse
B
Tristan
C
Nice
D
Ketchup

Slide 15 - Quiz

Welk dier is zijn favoriet?
A
een hond
B
een kat
C
een vis
D
geen favoriet

Slide 16 - Quiz

Hoe vaak krijgt de vis eten?
A
elke week
B
om de dag
C
elke dag
D
om de week

Slide 17 - Quiz

Fred se présente

Slide 18 - Slide

Hoe oud is Frédéric?
A
40 jaar
B
43 jaar
C
41 jaar
D
42 jaar

Slide 19 - Quiz

Waar woont Frédéric?
A
In Parijs
B
In Bordeaux
C
In Lille
D
In Lyon

Slide 20 - Quiz

Met wie woont Frédéric?
A
Met zijn gezin
B
Met zijn man
C
Met zijn vrouw
D
Alleen

Slide 21 - Quiz

Waar in de stad woont Frédéric?
A
In een buitenwijk
B
Bij het station
C
In het centrum
D
Bij het park

Slide 22 - Quiz

Welke dieren zitten er in Frédérics aquarium?
A
vissen, slakken en garnalen
B
slakken, dolfijnen en garnalen
C
schildpadden, slakken en garnalen
D
vissen, krabben en koraal

Slide 23 - Quiz

La famille de sylvain

Slide 24 - Slide

Hoe oud is Sylvain?
A
14 jaar
B
16 jaar
C
13 jaar
D
15 jaar

Slide 25 - Quiz

Hoeveel broers en zussen heeft hij?
A
5
B
3
C
6
D
4

Slide 26 - Quiz

Welk dier hadden ze vroeger?
A
een kat
B
een koe
C
een hond
D
een hamster

Slide 27 - Quiz

Welke van de drie katten leeft nog?
A
Grisette
B
Hermione
C
Sylvain
D
Garfield

Slide 28 - Quiz

Waarom krijgt broertje Mathias binnenkort een puppy?
A
Omdat Mathias jarig is
B
Omdat Mathias vakantie heeft
C
Omdat Mathias over is naar de volgende klas
D
Omdat Mathias het lievelingskind is

Slide 29 - Quiz

Aurélien animal

Slide 30 - Slide

Hoe oud is Aurélien?
A
10 jaar
B
11 jaar
C
12 jaar
D
9 jaar

Slide 31 - Quiz

Welk dier heeft Aurélien
A
Een kat
B
Een hond
C
Een vis
D
Een konijn

Slide 32 - Quiz

Welke kleur heeft het dier van Aurélien?
A
zwart
B
grijs
C
wit
D
bruin

Slide 33 - Quiz

Waar slaapt het dier van Aurélien overdag?
A
Op de bank
B
In zijn bed
C
Op de grond
D
Op schoot

Slide 34 - Quiz

Waar zit het dier van Aurélien 's avonds te wachten?
A
Voor het huis
B
In zijn kamer
C
In het huis
D
Voor de deur

Slide 35 - Quiz

La maison de Léa

Slide 36 - Slide

Hoe oud is Léa?
A
22
B
25
C
24
D
23

Slide 37 - Quiz

Hoeveel slaapkamers zijn er op de 1e étage?
A
2
B
3
C
1
D
4

Slide 38 - Quiz

Welke vertrekken noemt Léa onder andere nog meer?
A
keuken, woonkamer, eetkamer
B
Woonkamer, eetkamer, kantoor
C
keuken, woonkamer, kantoor
D
Keuken, kantoor, eetkamer

Slide 39 - Quiz

Wat is er buiten?
A
Een groot terras met bloemen en bomen
B
Een groot balkon met bloemen
C
Een grote tuin met bloemen en bomen
D
Een grote tuin met een grasveld

Slide 40 - Quiz

Wat staat er onder andere in de slaapkamer van Léa?
A
bed, boekenkast, bureau, stoel, kast
B
bed, boekenkast, computer, stoel, kast
C
bed, boekenkast, bureau, hangmat, kast
D
bed, boekenkast, computer, hangmat, kast

Slide 41 - Quiz

Les devoirs 2VE

Faire (maken)
- Introduction Chapitre 2
- A: écouter
- B: lire

Apprendre (leren)
- Vocabulaire & Phrases A & B





Slide 42 - Slide

Au travail!
Prêt? Slim stampen 
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 43 - Slide